HMS MEDITATIES hoofdstuk 5
HEMEL EN AARDE OEFENINGEN
INHOUD

1. Voorwoord

2 Inleiding

3 Meister Eckhart
Hier en Nu

4 Levend Zen

5 Hemel en aarde
oefeningen

5.1 Oefening Nr.1
(Qigong vrije stijl)
5.2 Oefening Nr.2
5.3 Oefening Nr.3
5.4 Excursie:
Lichaamsbewust fietsen

6 Vraag &
Antwoord

7 Heel het Leven

8 De Drie Initiaties

9 Het Unlimited
Project

10 Zeven Stappen
naar Verlichting

 

OEFENING Nr. 1 (TIENDI QIGONG)

1. Sta met rechte rug, je knieën lichtelijk gebogen en je voeten ongeveer één voet van elkaar. Terwijl je je ontspant, voel je het gewicht van je lichaam in je voeten. Voel het contakt van je voetzolen met de grond. Vroeger of later zal „de grond je voeten absorberen", dusdanig, dat de laatsten verdwijnen als „afzonderlijke entiteiten". Hoe zwaarder je lichaam wordt, des te gemakkelijker ook het afzonderlijke gevoel van je knieën en heupen „verdwijnen". Je bent nu stevig geworteld in de aarde. Het is het vertrekpunt voor de oefening. In de tussentijd zijn je gedachten zó rustig geworden, dat „voelend gewaarzijn" op de voorgrond gekomen is. Het betekent, dat je je lichaam in contakt met de grond tegelijkertijd voelt, alsook gadeslaat. „Kijken en voelen", „voelen en kijken" is waar het in deze oefening om gaat. Hun voortdurende feedback brengt je tot de grenzen van jezelf en „daar achter".

2. De oefening omvat vier principes. Ten eerste blijf je altijd bewust van het geworteld-zijn in de aarde. Hetgeen betekent, dat alle (latere) bewegingen van de armen voor je gevoel „ontspruiten" aan je wortels. Er is altijd een directe verbinding tussen armen, voeten en de grond. Raak je dat gevoel kwijt, herstel je het voordat je verdergaat met je beweging. Ten tweede gaan de bewegingen van je armen altijd buitengewoon langzaam, met constante „snelheid" en altijd symmetrisch aan elkaar, dit om de kwaliteit van het „kijken en voelen" te optimaliseren. Zij bewegen spontaan vanuit een innerlijk stiltepunt. Vandaaruit laat je je armen gaan daar waar zij „willen". Ten derde zijn er regelmatig „pauzes" van enkele seconden, waarin het „voelend gewaarzijn" de kans krijgt zich verder te intensiveren. Tot slot zijn er de „vleugels". Het zijn de enige bewegingen (van de handen) die zijn „voorgeprogrammeerd". De oefening begint nu als volgt:

3. Je armen zijn ontspannen langs je lichaam. Buig je handen in je polsen negentig graden naar voren. Door tegelijkertijd je voetzolen te voelen, gaat de beweging van de handen verder „vanzelf". Je voelt de energie uit de aarde door je lichaam naar je handen gaan. Je helderheid van geest en de energiestroom bepalen samen hoe de beweging van de armen zich ontvouwt (meestal eerst naar voren). Je staat daar als een boom met zijn takken langzaam bewegend in onbekende richting. Het enige wat je zelf doet is voortdurend contact houden, het „kijken en voelen". Je bent er toeschouwer van hoe de beweging zich van binnenuit spontaan verder ontwikkelt. Jij volgt slechts, dat wat er gebeurt met verwondering volgend. Je bent als een kind, ieder moment is uniek en opwindend. Je weet nooit (hetgeen je ook niet afvraagt!) hoe het verder gaat. Je bent volledig in het „voelend gewaarzijn" opgegaan. Het Hier en Nu, de tijdeloosheid heeft bezit van je genomen. Onverstoorbaar (ook voor de mensen die voorbijgaan), onafgeleid en spontaan gaan je armbewegingen, in volledige harmonie met „het universum". De regelmatige pauzes helpen je dit nog te verdiepen.

4. De „vleugels" zijn ietsje moeilijker uit te leggen. Iedere keer wanneer je armen hetzij naar voren hetzij opzij uitgestrekt zijn, maak je een speciale beweging met de handen (vingers). Eerst buig je je handen negentig graden naar je toe. Vervolgens breng je ze met een klein schokje twee centimeters naar boven, de vingers spreiden zich maximaal uit, de handrug wordt „teruggenomen", dusdanig dat de vingers naar voren in één punt samenkomen. Dan buigen je handen zich verder naar je toe, waardoor je vingers zich automatisch oprichten. In één vloeiende beweging duwen zij dan de lucht („energie") van je af, totdat zij weer geheel gestrekt zijn. Je moet het een keer gezien hebben. De totale oefening duurt ongeveer 25 minuten. Je beëindigt haar door je armen weer langzaam langs je lichaam te laten gaan, waarna je een aantal keren diep doorademt en je je in je handen wrijft.

OEFENING Nr. 2

5. Er zijn twee variaties op deze oefening (meditatie): de staande en de zittende. Hier zal alleen de eerste worden besproken. Sta met je voeten parallel aan elkaar ongeveer 60 centimeter van elkaar. Je knieën zijn dieper gebogen dan anders, je bekken is „naar voren gekanteld", dusdanig dat je romp precies in je bekken „klikt". Je rug is recht. In deze houding breng je je beide armen langzaam naar boven, dusdanig, dat zij de vorm van een „kelk" hebben aangenomen. Zij zijn noch naar voren, noch naar achteren gebogen, maar „ontspruiten" precies zijdelings aan je schouders. Het geeft een zekere (plezierige) spanning. Je bewustzijn is echter in je voeten! in contakt met de grond. Zoals in Oefening Nr.1 komt door „voelend gewaarzijn" snel de eenheid met de aarde tot stand. Je laat je voeten en benen steeds „verder in de grond zakken", totdat het gevoel van „apartheid" volledig is verdwenen. Het wonder is dit: door uitsluitend! met je aandacht in je onderlijf te zijn, stevig geworteld in de aarde, verdwijnt alle moeite om je armen naar boven geopend te houden. Het is zelfs zo, dat hoe sterker je geworteld-zijn, hoe spontaner je armen zich naar „de hemel" uitstrekken, ja zelfs er naatoe getrokken worden (...). Het geheim erachter is dit, dat door de „hemel en aarde positie" in te nemen, je ingeschakeld wordt in de centripetale en -fugale krachten van de aarde. Dezelfde krachten die de groei van bomen, struiken en planten bepalen.

6. Heb je het al opgemerkt? Hoe steviger je in de aarde geworteld bent, des te gemakkelijker je armen ten hemel gaan. Het is omdat je aandacht uitsluitend en alleen in je voeten is. Soms wordt er daardoor hard aan je armen getrokken, dat je moeite hebt geworteld te blijven. Een „oneindige" kracht doortrekt je dan. Terwijl je „uit elkaar" getrokken wordt, opent zich je midden, je Hart. Hetgeen een diepe vreugde, een zoete extase of een „triomf" in je doet ontstaan. Energie, liefde en mededogen vloeit uit je innerlijke Ruimte over naar je omgeving. Het is de vervulling, het summum van het bestaan. Je bent in een diepere dimensie van jezelf gekomen, daar waar „alles nieuw is". Hier vind je grenzeloze en tijdeloze helderheid, een levendige stilte, de afwezigheid van alle denken, een liefdevolle verbondenheid met alles om je heen en een voortdurende vreugde. Vanuit je Centrum blijkt je „mind" - gedachten, emoties, dromen en verlangens - je periferie te zijn. Deze oefening van onbewegelijk staan duurt ongeveer een kwartier. Vervolgens kan er een diep gelach in je opkomen. Hoe „ik-bevangen" en serieus dat je tevoren was. Hoe benauwd in vergelijking met de bevrijdende vreugde die nu bezit van je genomen heeft. Je bent (weer) het onbezorgde kind spelend in God’s tuin.

OEFENING Nr.3

7. Een diep gevoel van dankbaarheid doortrekt je nu. Alles om je heen blijkt deel van jezelf te zijn, je houdt van de bomen, de struiken, de bloemen en het gras als „van jezelf". Je handen bewegen nu als vanzelf naar elkaar, terwijl je de Namaste-groet brengt aan iedereen en alles. Je Hart groet het Hart der „dingen" en omgekeerd. Zie je hoe de bomen zich naar jou toegekeerd hebben? In het langzame groetende lopen vier je de diepe eenheid met het bestaan. Het is de eenheid die er altijd is, maar die je nooit opgemerkt hebt. Heb je deze echter eenmaal ervaren, dan zul je nooit meer dezelfde zijn.

EXCURSIE: LICHAAMSBEWUST FIETSEN

8. Als je op je fiets zit, begin je met het voelen van je voetzolen in contakt met de trappers. Vervolgens „ga je naar boven" en voel je het contakt van je achterwerk met het zadel. Je „loopt langs" je rug (in contakt met de kleding) en eindigt met het bewustworden van je handen op het stuur. Je bent nu „één met je fiets". Wat je dan doet is relaxen, het „laten zakken" van je lichaamsgewicht in het zadel. Het onmiddellijke gevolg: terwijl het zwaartepunt van je inspanning (van het fietsen) even daarvoor nog in je benen voelbaar was, zijn de laatste nu totaal ontspannen. Het geheim? Door je „in het zadel te laten zakken", ontstaat vanuit het zadel een opwaartse kracht, een die de inspanning van het fietsen van je overneemt. Jij bent het niet meer die fietst, maar Het fietst jou. Door nu het fietsen volkomen te vergeten en uitsluitend door te gaan met je gewicht „in je zadel te laten zakken", wordt er - ondanks jezelf - een kracht gegenereert die je ver te boven gaat. Deze vrijgemaakte kracht laat zo’n ongelooflijke „power" los op je trappers, dat deze het nog net niet begeven. De „krachtbarrière" wordt doorbroken. Al gauw overstijgt deze fietsrazernij je normale prestaties tot in het veelvoudige. En alles gaat zonder dat jij het doet, zonder enige moeite van jouw kant. Niet te geloven? Probeer Het maar eens.

9. Onze diepste angst is niet dat we onbetekenend zijn. Onze diepste angst is dat we grenzeloos sterk zijn. Het is ons licht, niet onze duisternis, waarvoor we het meest bang zijn. We zeggen tegen onszelf, wie ben ik om briljant, fantastisch, getalenteerd of onweerstaanbaar te zijn? Hoe durf je er niet te zijn? Je bent een kind van God. De wereld is niet gediend met het jezelf kleinhouden. Er is niets Verlichts aan om in je schulp te kruipen opdat anderen om je heen zich niet onzeker zullen voelen. We zijn allen voorbestemd om te stralen, zoals kinderen. We zijn geboren om God’s glorie, die in ons is, zichtbaar te maken. En Het is niet slechts in enkelen van ons; Het is in iedereen. Terwijl wij ons eigen licht laten schijnen, geven we onbewust anderen de toestemming hetzelfde te doen. Door onze angst te overwinnen, zal alleen al onze aanwezigheid automatisch anderen bevrijden.

Nelson Mandela

Home

© 2000 Copyright by Han Marie Stiekema
Last update: 11/24/04