Hoofdstuk 4.3
HET LICHTENDE MIDDEN
Blauwdruk voor de BasisDemokratie

INHOUD

VOORWOORD

BOEK 1 REALISATIE
INLEIDING
1.1 LEVEND ZEN
1.2 LIED VAN VOL-LEDIGHEID
1.3 MEISTER ECKHART HIER EN NU

BOEK 2 VERNIEUWING
INLEIDING
2.1 DE BOODSCHAP
2.2 l’ORIGINALI
2.3 HEMEL OP AARDE

BOEK 3 INTEGRATIE
INLEIDING
3.1 STROOMSYSTEEM EN OPTIMALE VITALITEIT
3.2 GIDS VOOR ZELFINTEGRATIE
3.3 HEEL HET LEVEN
DE EENHEID MET JEZELF

BOEK 4 ACTIE
INLEIDING
4.1 ONTWAAKT!
4.2 HET GROTE LEERPROCES
4.3 HET LICHTENDE MIDDEN

INLEIDING

„Ooit gaven wij onze ziel aan de kerk, ons lichaam aan de medische wetenschap, onze huishouding aan de consumptiemaatschappij, onze straat aan de criminaliteit, onze buurt aan het verval en onze regio aan de milieuvernietiging. Het is nu hoogste tijd dit alles terug te nemen“.

De samenleving ziet zich geconfronteerd met de gevolgen van eeuwenlange ontworteling. Wij zijn onze basis kwijt. Te beginnen met ons eigen lichaam, zijn wij het contakt met de werkelijkheid verloren. Wij hebben alles uit handen gegeven. Met het gevolg dat wij vervreemd zijn van onszelf en alles om ons heen. Wij hebben nergens meer greep op. De gebeurtenissen en ontwikkelingen gaan hun eigen gang. Wij hebben niet het gevoel, dat wij er nog invloed op uit kunnen oefenen. Dit controleverlies maakt ons onzeker, machteloos, gefrustreerd en angstig.

Voortschrijdende desintegratie maakt dat in een woonblok mensen elkaar niet kennen, ouderen geisoleerd en in eenzaamheid moeten leven, niemand iets voor een ander over heeft, de straat onveilig is geworden, steeds meer mensen aan de drugs raken, niemand meer geinteresseerd is in politiek, het schoolsysteem een nationale ramp is, een bedrijf naar willekeur zijn werknemers op straat kan zetten, overheid en projectontwikkelaars hun eigen gang gaan, de chemische industrie ongecontroleerd nieuwe „producten“ op de markt kan afzetten en doktoren de nieuwste technologie op mensen kunnen loslaten.

De maatschappij is aan het eind van zijn latijn. Geijkte oplossingen werken niet meer. De politiek is onmachtig. Het land glijdt langzaam maar zeker verder af in de chaos. Een Europa dat daar nog een schepje bovenop doet: de „delegatie“ van beslissingsbevoegdheid naar supernationale organen waar niemand ooit van gehoord heeft, laat staan invloed op uit kan oefenen. Alle activiteit schijnt gereduceerd tot het overleven waarbij ieder ieders (potentiele) tegenstander is. „Ieder voor zichzelf“ dreigt te uit te monden in „iedereen tegen elkaar“. De maatschappij wordt met de dag gewelddadiger. Ondanks alle mooie plannen verslechtert de milieusituatie verder en gaat de dramatische stijging van de chronische ziekten gewoon door.

Waar gaan wij met zijn allen naartoe? Het antwoord is eenvoudig. Een boom die van zijn wortels is afgesneden, sterft af. Iemand zonder opvoeding kan zich sociaal niet integreren. Zonder opleiding is het onmogelijk een goede baan te krijgen. Een kind dat in zijn jeugd geen liefde heeft gehad, kan later moeilijk een relatie aangaan. De vraag was dus verkeerd gesteld. Als een boom afsterft, is de eerste vraag die naar de gezondheid van zijn wortels. Zo moeten ook wij in ons pogen de „maatschappij te genezen“ het eerst terug naar de basis. Gezien de eerdere analyse liggen daar inderdaad de hoofdoorzaken van zijn (chronisch-terminale) ziekte. Het nieuwe politieke stelsel heet daarom BasisDemokratie.

ACHTERGROND

De basis van ons politieke bestel ligt allereerst in het verleden. De „Geschiedenis van de Westerse Ontreddering“ is daarbij doorslaggevend geweest. Door onze ontworteling van „hemel en aarde“ vielen wij niet alleen („onmachtig“) terug op ons ego, maar waren wij tegelijkertijd aan krachten van buitenaf overgeleverd. Had de kerk ons innerlijk in de greep, tegelijk met haar hield de wereldlijke macht ons maatschappelijk onder de duim. Dit elkaar de bal toespelen is begonnen sinds keizer Constantijn (313) tot het christendom overging. Kritiek was de ineenstorting van het (christelijk) Romeinse Rijk. Met deze verloor het christendom eveneens zijn dominante positie. Even leek het erop, dat het zich daarvan nooit meer herstellen zou. Echter werd door massale „bekering“ van heidense heersers, altijd met behulp van grote „gunsten“, (de kerk was inmiddels immers rijk geworden) hele volken gedwongen tot de overgang naar het „ware geloof“. Zo ging met de bekering van Vorst Wladimir „heel Rusland“ tot het christendom over. (Om nog maar niet te spreken van de eeuwenlange „missionering“ op andere continenten). Sindsdien werd het christendom definitief een afgedwongen van bovenaf opgelegde godsdienst.

Vanaf de VERDUISTERING was het de vervolging en Inquisitie die de mensen (innerlijk) eeuwenlang met schrik en huiver in de greep hield. Na de definitieve breuk met de wortels en de overgang naar de ego-fase, keerden de mensen zich uiteindelijk dan ook „naar de wereld“ (INBEELDING) als het terrein waar men relatief vrij ademen kon. Kenmerkend voor het beginnend ego-tijdperk was dat de opvattingen over politiek eveneens een totale breuk met het verleden vertoonde. In de Middeleeuwen sprak men nog uitsluitend over de macht van de heerser als God’s wil met categorieen als recht en wet direct daaruit voortvloeiend. Machiavelli ontdeed politiek echter van theologie en morele filosofie. Hoewel hij het betreurde (...) was de realiteit, dat effectieve en succesrijke heersers uitsluitend vanuit hun eigenbelang handelden. De autoriteit van de staat was - met alle middelen die hem daartoe ter beschikking stond - een gerechtvaardigd doel op zichzelf geworden. Kwesties als goed en kwaad waren daarbij niet relevant meer. De autoritaire staat en de kerk waren nu een perfecte afspiegeling van elkaar. Beiden joegen dezelfde doelstellingen na: de onderwerping van een ieder.

Of zij in de eeuwen die daarop volgden geslaagd zijn, daarover kan een geheel nieuw boek geschreven worden. Het is het verhaal zonder eind over het voortdurend wisselende fortuin van staat, burgers en kerk. Kerk en staat collaboreerden of bevochten elkaar al naar het uitkwam. Echter altijd over de hoofden en ten koste van de burgers. De Reformatie en de daarop volgende 30-jarige oorlog brachten hierin geen wezenlijke verandering. Economische groei, sociale emancipatie, burgelijke vrijheden en rechten speelden echter een toenemend grote rol. De vorming van de Zwitserse Kantons en de Republiek der Verenigde Nederlanden waren hier een eerste uitdrukking van. Verder werd in Europa de autoritaire structuur van kerk en staat niet wezenlijk aangetast. Conflict, oorlog en verovering waren de orde van de dag. Zij leidden tot de vorming van de Europese „Empires“ met hun gigantische koloniale bezittingen. Onderdrukking en verstrengeling van belangen leidden uiteindelijk tot de Franse Revolutie. „Vrijheid, gelijkheid en broederschap“ zou in de daarop volgende tijd nieuwe politieke systemen inspireren. De wetenschappelijke doorbraak van de 18e eeuw legde vervolgens het fundament voor kapitalisme en industriele revolutie met haar verregaande sociale ontworteling, de „wetenschappelijk“ sociale bewegingen ( liberalisme, socialisme, nationalisme) en de moderne parlementaire demokratie.

Europa’s belangrijkste „successen“ liggen op het wereldse vlak. Hier werd het gemis aan het geworteld-zijn gecompenseerd. Teruggeworpen op het ego, kon de innerlijke drijfveer alleen nog maar eigenbelang zijn. Sinds Machiavelli werd dit ook ten volle erkend. Bezit, invloed en macht bepaalden de voortgang van de verdere geschiedenis. Steeds meer klassen en lagen van de bevolking eisten hun aandeel hierin op. De burgers eisten hun deel van de aristocratie, de arbeiders op hun beurt hun deel van de bourgeois. De burgelijke vrijheden, het socialisme, de middenklasse en de consumptiemaatschappij zijn alle het resultaat van de verdere (terechte) spreiding van macht, bezit en welstand. Ongetwijfeld een van de grote successen van de „secularisatie“. Hetgeen niet zonder strijd en „offers“ is geschied. Immers riepen de politiek-sociale ontwikkelingen op hun beurt ook weer vervreemding op. Denk aan de gevolgen van de sociale ontworteling van de industriele revolutie, de totalitaire systemen van de 20e eeuw en de recente technologische dominantie.

De Westerse cultuur is een ego-cultuur. Ontworteld-zijn en zelfverslaving zijn de keerzijden van dezelfde medaille. Pas nu de grenzen van ons natuurlijke milieu overschreden zijn, worden de gevolgen van de ego-expansie pas goed duidelijk. Uit de schade de aarde aangedaan, kunnen wij de schade onszelf aangedaan afmeten. Dit pijnlijke besef „te ver gegaan te zijn“ brengt ons met schok weer tot onszelf. Vele tot dusver vanzelfsprekende vrijheden komen nu in een ander licht te staan. Onze lang gekoesterde vrijheid blijkt voor een belangrijk deel de „vrijheid“ van het ego te zijn om te doen waar hij zin in had. Nergens aan gebonden te zijn lijkt (een tijd) heel opwindend. Geen verbondenheid te kennen, leidt echter op den duur naar vertwijfeling, vereenzaming, angst en agressie. Het toenemende geweld is daarbij teken aan de wand. Een ding wordt duidelijk: hebben zonder Zijn, vrijheid zonder een zinvolle context (structuur) waaraan die vrijheid kan groeien, leidt nergens toe. Hebben we dat eenmaal goed beseft, is de zoektocht naar onze wortels begonnen.

Vooruitgang is ontworteling

De maatschappij als een systeem van collektieve verslaving kan alleen van binnenuit worden getransformeerd. Deze is immers de optelsom van onze individuele verslavingen. Wij zullen zelf de kracht moeten vinden in het doorbreken ervan. Iedereen ziet zich dus persoonlijk geconfronteerd met de noodzaak af te kicken. Het begint bij onszelf en breidt zich vervolgens uit in onze omgeving. De omgeving dient evenwel tegelijkertijd zo gestructureerd te worden, dat zij onze inspanningen maximaal ondersteunt. Daar onze wortels in onszelf en onze direkte omgeving gelegen zijn, wordt schaalverkleining een dringende noodzakelijkheid. Het zwaartepunt van politieke beslissingsbevoegdheid komt daardoor dicht bij huis te liggen. Omdat hedentendage ons directe overleven - van onszelf en onze kinderen - op het spel staat, dienen wij onze direkte belangen actief in eigen hand te nemen. De nationale overheid blijkt daarbij niet meer het geschikte instrument als het gaat om het dienen van onze meest primaire belangen. De BasisDemokratie propageert daarom regionaal zelfbestuur.

BLAUWDRUK

De bedoeling van dit hoofdstuk is een oproep tot ontwaken, wakker worden. Het probeert inzicht te geven in onszelf, wij die immers onze eigen crisis hebben veroorzaakt. De problemen „in de buitenwereld“ staan niet op zichzelf, zij zijn daarentegen een preciese afspiegeling van onze innerlijke gesteltenis. Deze innerlijke gesteltenis is echter uitsluitend te begrijpen door inzicht in onze achtergrond, onze ontwikkeling vanaf het begin. Deze maakt duidelijk, dat het kernprobleem „het verlies van contakt met de werkelijkheid“ is. De eerste en noodzakelijke stap is daarom het jezelf bevrijden uit de zelfverslaving, het herstel van innerlijke vrijheid. Pseudo-vrijheid is de vrijheid van een verslaafde, de „vrijheid“ om je impulsen uit te leven, door welke laatste men in feite wordt gedomineerd. Ware vrijheid is geen vrijheid voor jezelf, maar van het zelf. Het is vrij tegenover jezelf staan, baas in eigen huis zijn. Pas in zulke vrijheid kunnen werkelijke keuzen worden gemaakt. In plaats van het najagen van obscessies, komt de helderheid, de openheid, het beschikbaar-zijn, het contakt en de verbondenheid met alles om je heen. Daarvoor zijn nieuwe structuren nodig, die waaraan een nieuwe (kwaliteit) vrijheid kan groeien. Het is een nieuwe fase in de cultuur, een innerlijke sprong in een nieuwe dimensie, een die wij nog nooit eerder maakten.

De ontwortelde samenleving leidt wetmatig tot meer conflict en geweld, technologische dominantie, economische uitbuiting en consumisme, milieu- en zelfvernietiging. In een losgeslagen maatschappij zijn het vooral de „mannelijke“ „waarden en normen“ die (bij gebrek aan context) vrij spel hebben gekregen. Tot op heden bepalen deze het maatschappelijk proces. Daarbij zijn een aantal verworvenheden als emancipatie, scholing en welvaart onmisbaar gebleken. Echter dient nu een grens getrokken te worden, aangezien deze ontwikkeling zijn eigen doel aan het voorbijschieten is. Zelfs vrouwenemancipatie, ontwikkelingswerk, scholing en bijvoorbeeld gezondheidszorg (om maar eens iets te noemen) zijn zo reeds tot instrumenten van verdere exploitatie verworden. Op deze wijze leidt verdere voortgang van deze „cultuur“ onherroepelijk naar het einde. Haar een halt toeroepen blijkt echter niet mogelijk. De benodigde wilskracht is waar het een verslaafde nu juist aan ontbreekt. Het enige is je pijnlijk bewust te worden van je verslaving, in een mate dat je beseft het niet alleen te kunnen oplossen. Je kunt jezelf niet aan je eigen haren omhoog trekken. Een ontwortelde samenleving kan kan geen oplossing vinden voor problemen inherent aan het ontworteld-zijn. Problemen kunnen niet worden opgelost op het niveau waarop zij zijn ontstaan. Wanneer echter mannen en vrouwen moedig en eerlijk zich gezamenlijk bewustworden van het leed dat zij over zichzelf en anderen hebben afgeroepen, kan de sprong in een andere, innerlijke, transcendente dimensie worden gemaakt. Vanuit deze geheel nieuwe dimensie - het geworteld-zijn in hemel en aarde, jeZelf-zijn in verbondenheid - worden nieuwe kwaliteiten vrijgemaakt - helder inzicht, liefde en kracht - die de oude oude problemen „spelenderwijs“ kunnen oplossen op weg naar een zachtmoedige in plaats van een steeds aggressievere samenleving.

Voor de gemiddelde politicus (en dat zijn de meeste) zal het enige moeite kosten te accepteren, dat de huidige wereldcrisis in essentie existentieel, spiritueel is. Dat gaat tegen zijn „gezonde“ ego-instinkt. Dit instinkt laat hem echter in toenemende mate in de steek. Hoe kan het toch dat steeds minder mensen vertrouwen in de politiek hebben? De politiek is „uitgehold“ zegt men. Mijn antwoord is, dat onze demokratie niet ver genoeg gaat, zij is niet consequent verder ontwikkeld. Demokratie is geen pasklaar model dat eeuwenlang ongewijzigd kan bestaan. Het probleem is, dat zij in ontwikkeling is blijven steken, vanaf het moment dat zij de politici bevredigde in hun behoefte aan persoonlijk machtsstreven en voordeel. Niemand die toen nog geinteresserd was de demokratie zo verder te ontwikkelen die het verdient te zijn: een participatie van een ieder aan het maatschappelijke proces. De huidige „demokratie“ is blijven steken in schijndemokratische spelregels en rituelen. De macht die nu slechts te vinden is binnen bepaalde (kleine) groepen bevoorrechten, dient dus verder gedelegeerd te worden. Verdere uitbreiding is nodig naar de basis (de wortels van onze maatschappij): de straat, de wijk, de gemeente, het bedrijf, de organisatie en de regio. Partiele demokratie wordt totale demokratie. „Vrijheid in verbondenheid“ is echter alleen mogelijk wanneer mensen zelf reeele zeggenschap over hun eigen leefsituatie kunnen uitoefenen. Geen eigen verantwoordelijkheid zonder uitbreiding van zelfbeschikking en controle over de eigen leefsfeer. BasisDemokratie houdt in dat het zwaartepunt van macht en politieke beslissingsbevoegdheid bij de basis komt te liggen.

Het Grote Leerproces kan hierbij de weg wijzen. Immers de huidige wereldcrisis gaat veel dieper dan de „politiek“ alleen. De vervreemding is tot onze botten gegaan en daar ligt dan ook het aanknopingspunt voor onze heelwording en genezing. Wij moeten helemaal van voren af aan beginnen. Door eeuwenlange indoctrinatie waren wij vervreemd van onszelf, ons lichaam, de natuur en het Goddelijke. Echter zolang wij ons niet thuis in onszelf voelen, heeft ook niemand interesse in verbetering van de leefsituatie in de wijk, laat staan daarin te willen participeren. Zijn innerlijk conflict en persoonlijke onvrede (bewust of onbewust) zuigt immers alle energie weg. Het opheffen van de persoonlijke vervreemding is dus een voorwaarde voor maatschappelijke integratie. Het Grote Leerproces is daarom een fundamenteel nieuw ontwikkelingsmodel: Beginnen bij jezelf en je persoonlijke integratie en verworvenheden - als concentrische cirkels - uitbreiden in je naaste omgeving. Vinden van je eigen wortels en daarvan steeds meer „naar je omgeving uitstralen“. Eerst inzicht en kracht vinden, vervolgens mededogen en actie voor en in de wereld is het motto. De ontwikkeling gaat consequent van spirituele heelwording, gezondheid, een milieuvriendelijke huishouding, de veiligheid van de straat, het welzijn van de buurt tot en met evenredige participatie in bestuur van gemeente en regio. Veel is daarvan al aanwezig. De talloze mensen die reeds een heelwordingsproces doorma(a)k(t)en, kunnen hierbij het voortouw nemen.

Dat daarbij uiterlijke kwaliteit een innerlijke vooronderstelt, zal iedereen duidelijk zijn. „Hoe kun je de staatszaken behartigen, als je je eigen gezin niet op orde kunt krijgen“ heet het dan ook in de klassieke tekst. Het Grote Leerproces is daarom de (innerlijke en uiterlijke) scholingsweg van de BasisDemokratie. Positie, carriere, verantwoordelijkheid en autoriteit vloeien daarbij rechtsstreeks voort uit de graad van verwerkelijking. Ter kwaliteitscontrole heeft Het Grote Leerproces zijn eigen logica, dynamiek en terugkoppeling. Zij levert mensen van verschillende kwaliteit af. Bestaat de onderlinge gelijkheid daarin dat allen hetzelfde proces doorlopen, de uitkomst zal voor ieder weer anders zijn. Het is een gezonde competitie tot het ontwikkelen van innerlijke kwaliteit ten bate van een ieder. Verantwoordelijken in de BasisDemokratie zijn daarom meer dan slechts functionarissen. Zij zijn voorbeeld, „voorgangers“ en activatoren. Aan de hand van hun verwerkelijking kunnen zij worden onderscheiden in „individualisten“ (met zorg en verantwoordelijkheid voor zichzelf en gezin), „socialen“ (deze hebben verantwoordelijkheid uitgebreid naar buurt en werk), „managers“ (hebben verantwoordelijkheid voor een groter geheel op zich genomen als organisatie, bedrijf) en „politici“ (wijk- en dorpsraad, bestuur, gemeente, regio, regering) met tenslotte de „ontwaakten“ ( die de eenheid met hemel en aarde hebben hersteld). Deze laatsten zijn de „oudsten“, de „wijzen“ in de cultuur, van wie de grootste autoriteit uitgaat. De BasisDemokratie introduceert hierbij een nieuwe carriereladder, die van de innerlijke kwaliteit.

De huidige demokratie heeft zichzelf in discrediet gebracht omdat zij verzuimde de demokratie verder uit te bouwen. Zo strooit zij zelf het zaad van extremisme. Immers fundamentele behoeften ziet zij over het hoofd. Door het zelfgenoegzame „partijensysteem met evenredige vertegenwoordiging“ wordt alle macht bij de laatsten gelegd en verkeert de burger in principe in een permanente afhankelijkheids- cq onmachtssituatie. Niemand heeft greep of controle over de eigen leefsituatie. Zelfs over zijn eigen huis/straat/buurt heeft men weinig of niets te zeggen. Noch is er demokratie te vinden in instituten, organisaties, bedrijven of in de politieke partijen zelf. Men moet maar hopen, dat partijen hun beloften nakomen. Na de verkiezingen gaat de politiek doorgaans weer vlot over tot de „orde van de dag“ en de burger staat opnieuw voor vier jaar in de kou. Dit spel wordt echter doorzien, zodat niemand meer echt in de politiek gelooft. Grotere aantallen burgers schuiven uit diepe frustratie verder op naar partijen met een autoritairdere structuur, grovere methoden, met afkeer en haat in hun programma, met hardere beloften en extremere „oplossingen“. Zo is het bestaande bestel de oorzaak van en verantwoordelijk voor de huidige verrechtsing. Het voorhouden van „betere programma’s“ zal geen uitkomst bieden. Het hele systeem zal op korte termijn drastisch hervormd moeten worden. De demokratie zal zijn wortels moeten krijgen. Nu is het een huis zonder fundament, een reus op lemen voeten.

De parlementaire demokratie gaat ten onder als zij niet onmiddellijk wordt verbreed en uitgediept. Ik introduceer daarom de permanente demokratie cq volksgemeenschap. In plaats van een keer in de vier jaar je stem - en dus je macht - afgeven aan anderen die er vervolgens naar willekeur mee omgaan, doortrekt onze BasisDemokratie het hele dagelijkse leven. Dag in dag uit bouwen wij aan onze demokratie. Iedereen wordt erbij betrokken. Het bestaat in het terugnemen van zeggenschap over onze eigen leefsituatie. In plaats van dat alles „van bovenaf“ wordt geregeld, oefent de gemeenschap zelf de controle uit over haar eigen leefsfeer. Alles wat zij zelf kan doen wordt in eigen beheer genomen, gedecentraliseerd. De samenleving is een zelfregulerend organisme, haar basis (de cellen) is de wijk. Partijen en hun programma’s zoals wij deze kennen zijn daardoor overbodig geworden. De gemeenschap kiest haar eigen vertegenwoordigers voor de door haarzelf ingestelde organen.

De verstedelijking is een van de hoofdoorzaken van snel toenemende desintegratie van het sociale leven. Deze negatieve ontwikkeling kan alleen gestopt worden, wanneer tegelijkertijd gewerkt wordt aan schaalverkleining. „Breng het dorp in de stad“ zou een van de motto’s kunnen zijn. Het is een belangrijke reden, waarom een wereldstad als Tokyo toch kleinschalig overkomt, met overzichtelijke wijken, waarin het zeer veilig is te vertoeven. In de wijk liggen daarom de wortels van de BasisDemokratie. Het begint ermee, dat ieder individu cq gezin de verantwoordelijkheid voor de eigen leefsfeer op zich neemt. Vervolgens wordt dan „vanuit ieder huis“ naar elkaar toegewerkt. Zodat hechte samenwerking ontstaat om de leefbaarheid van de wijk te optimaliseren. Alles wordt daarbij - naar mogelijkheid - teruggebracht tot de basis. De wijk creeert zijn eigen ondersteunende instanties - basisvoorzieningen - als een meditatiecentrum, een „basis“school nieuwe stijl, een basisgezondheids- en -therapiecentrum, een BasisDemokratieburo, een basismilieucentrum. De bevoegdheden van de wijkraad worden drastisch uitgebreid. Door vele andere maatregelen komt het dan tot verdere integratie, zodat een werkelijke „basis“gemeenschap kan ontstaan. Vervolgens wordt de basis verbreed naar andere wijken, het dorp, de gemeente, de stad en de regio. Het politieke doel is regionaal zelfbestuur. Ons „Europa“ is een netwerk van zelfregulerende gemeenschappen: het Europa van de Regio’s!

EEN EERSTE STAP

Concreet kan de vernieuwing er als volgt uitzien. Terwijl iedereen bij zichzelf begint en langs de lijn van Het Grote Leerproces zijn innerlijke kwaliteit stapsgewijs in de omgeving uitbreidt, heeft de wijkraad meerdere bevoegdheden op zich genomen. De ruimtelijke ordening van de wijk wordt onder de loep genomen. Om het geheel overzichtelijk te maken, wordt de wijk ingedeeld in „straten“ (blokken). Voor elke straat wordt een „straatoudste“ aangesteld, een ervaren volwassene (tevens „carrieremogelijkheid“ voor ouderen!) die het onderlinge contakt in de wijk bevordert, initiatieven ondersteunt of initieert, spreekuren houdt, huisbezoeken maakt, oplossingen aandraagt voor problemen en bemiddelt bij kleine conflicten en ruzies. De straatoudsten zijn lid van de wijkraad. De wijkraad kiest in de zoveel tijd haar wijkoudste. Uit de wijkoudsten wordt de burgermeester van de gemeente gekozen, uit de verschillende wijkraden de wethouders. Wethouders en burgemeesters kunnen zich kandidaat stellen voor een post in het autonome regionale bestuur. Dat deze „modellen“ slechts voorbeelden voor discussie zijn, moge duidelijk zijn. Uiteindelijk bepalen de mensen in de wijk zelf hoe en in welke vorm zij met elkaar willen samenleven.

Een belangrijke stap is de zelfregulatie, controle en beveiliging van de eigen leefsfeer. Deze ligt eveneens geheel in handen van de wijkraad. Cruciaal is te weten wat er in de wijk allemaal omgaat. Daartoe wordt de „burgelijke stand“ van de gemeente aan de verschillende wijken overgedragen. Mocht dit op dit moment nog geen haalbare kaart zijn, begint de wijkraad eenvoudigweg een eigen registratie op basis van vrijwilligheid. Is er op een gegeven moment een meerderheid voor deze verandering, dan kan de registratie officieel naar de wijk verhuizen. Registratie van geboorten en overlijden, vestiging en vertrek, huwelijken en scheidingen worden door de wijkraad uitgevoerd. De voordelen zijn duidelijk: gemeenschapsvorming en zelfcontrole door de eigen wijk. De mensen krijgen weer een gezicht, het gevoel van veiligheid wordt vergroot. De veiligheid wordt verder gewaarborgd door de „wijkwacht“, eveneens ressorterend onder de wijkraad en gevormd door mensen uit de eigen wijk. De wijkwacht heeft de directe zorg voor orde en veiligheid. Naast het opzetten en uitvoeren van preventieprogramma’s treedt zij op tegen kleine vergrijpen en overtredingen. De bevoegdheden en de samenwerking met de „gemeentepolitie“ worden vastgesteld. Evenals die van het „wijkgerecht“, waarin de wijkoudste een afgeleide functie van de kantonrechter heeft. Hier worden geschillen beslecht en de kleine vergrijpen berecht. Een jury (altijd uit een andere streek of stad) velt daarbij het oordeel. Overigens propageert de BasisDemokratie de voorbeeldfunctie in de gemeenschap. Niet alleen wat niet verboden is, is toegestaan, maar tevens zouden er „ongeschreven wetten“ (wel degelijk vastgelegd om willekeur te voorkomen) moeten bestaan om de gemeenschap naar „een hoger nivo“ te voeren. Zo kan de jeugd een „groene plicht“ gegeven worden. Daarbij krijgen zij de belangrijke taak van milieuvoorlichting met tevens schoonhouden van de wijk. De wijkraad is overigens verantwoording schuldig aan de gemeente en de gemeente aan de regio.

De organisatie van de wijk wordt nu - overeenkomstig Het Grote Leerproces - verder uitgewerkt. De nieuwe en de oude wijkinstellingen samen met hun programma’s worden erop afgestemd. Zij worden de dragers van een „education permanente“ nieuwe stijl. De motor daartoe is de wijkraad (en daarmee iedereen in de wijk) in samenwerking met het BasisDemokratieburo. Zij zien erop toe, dat Het Grote Leerproces in alle geledingen van de wijk wordt gepropageerd en doorgevoerd. Bijvoorbeeld via voorlichtings- en dicussieavonden, acties, video’s en theater.

De verschillende stappen van Het Grote Leerproces worden vorm gegeven. Te beginnen bij het begin: het spirituele centrum. Deze ondersteunt de „persoonlijke groei“ van een ieder, creeert programma’s voor diegenen die begeleiding behoeven in het vinden van innerlijke balans en psychische integratie (afkicken van zelfverslaving!). Reeds gevestigde yoga-, meditatie- en therapiecentra kunnen deze functie gaan vervullen. De leeropdracht van deze centra strekt zich ook uit tot het onderwijs in de wijk. De kinderen in de „basisschool“ krijgen onderricht in Het Grote Leerproces, ontspannings-, lichaamsbewustwordings- en aandachtsoefeningen, integratieve „therapeutische“ spelletjes en creativiteit als basisvakken.

De wijkgezondheidszorg gaat eveneens terug naar de basis: basisgezondheidszorg. In de wijk komt gezondheidsbevordering in plaats van ziektebestrijding centraal te staan. Actieve preventie, voorlichting en het streven naar een optimale gezondheid voor iedereen is daarbij het uitgangspunt. Uitgaande van een gezonde leefstijl („zelfzorg“) uitgaande van de „stroomsysteemtherapie“ kunnen de meeste gezondheidsproblemen worden aangepakt, aangevuld met biologische geneeskunst en tenslotte de symptoombestrijding. De basisgezondheidsconsulent bevordert actief de zelfwerkzaamheid en de wederzijdse hulp, terwijl hij/zij indien nodig terugvalt op de (tevens biologisch geschoolde) arts, fysiotherapeut of specialist. Ook de basisgezondheidsconsulent heeft een onderwijsopdracht. Deze bestaat in het geven van les in het „stroomsysteem“ met praktische begeleiding in een gezonde leefstijl.

Bij de verbeterde infrastructuur van de wijk hoort in dit verband de vestiging van een of meerderde gezonde voedings-, milieuwinkels en biologische boerenmarkten. Terwijl de taak van het nieuw in te stellen basismilieucentrum is, in samenwerking met de jeugd die de reeds genoemde „groene plicht“ krijgt toegewezen, de milieukwaliteit van de wijk in het algemeen en het bijzonder te verbeteren. Begeleiding in het omschakelen naar een milieuvriendelijke huishouding van een ieder is de eerste en belangrijkste taak. Kwaliteit dient kwantiteit zoveel mogelijk te vervangen. Direct daarop aansluitend wordt permanente aktie ondernomen om winkels en leveranciers tot leveren van milieuvriendelijke produkten en verpakkingen te bewegen. In de wijk kan bewezen worden, dat de consument door milieuvriendelijk gedrag het aanbod van de producent verregaand kan bepalen. De basismilieuconsulent verzorgt onderwijsprogramma’s met ecologie en milieuvriendelijk gedrag als hoofdvakken.

Tevens draagt de wijk zorg voor werkverschaffing binnen de wijk (voor zover mogelijk), waarbij ook vrijwilligers en steuntrekkers worden ingezet. Zij kunnen alle dingen doen die de huidige politiek heeft laten liggen: burenhulp, „netwerken“, groene plicht, bodemsanering, natuurherstel, ruimtelijke ordening, acties als „wijk grote schoonmaakdag“, kinderopvang en creches. Ambachts- en handwerkers, kunstenaars en vele anderen kunnen hun eveneens hun bijdrage leveren. Evenals gezamenlijk verantwoording wordt gedragen voor armlastigen, behoeftigen, eenzamen en andere mensen (en dieren) in nood. Daartoe kan een wijkfonds worden ingesteld, waar zowel vrijwillige bijdragen, giften en bijvoorbeeld legaten vloeien, alsook de subsidies van hogere overheden.

De transformatie van de wijk in bovenstaande zin is de sleutel naar verandering van de gehele samenleving! Alles, het hele maatschappelijke gebeuren vindt immers in een „wijk“ plaats. En wanneer de context zich verandert, moeten de enclaves van handel en industrie, regering en bestuur vroeger of later wel meegaan. Het hele levensgevoel der mensen, ook van diegenen die werken in bedrijven en organisaties, wordt er immers door beinvloed. Wanneer een wijk een gemeenschap wordt door toenemende integratie, wordt zij een voorbeeld voor samenwerking in het bedrijf. Wanneer de „economie van het genoeg“ vaste grond krijgt in de wijk, slaat zij vroeger of later over naar de „grote maatschappij“. De wijken, buurten en dorpen vormen samen immers een gigantische consumentenorganisatie, die door haar toenemende bewustwording de „markt“ verregaand gaat bepalen. Door haar vraag naar gezonde, duurzame en milieuvriendelijke produkten kan de „ecologische“ economie snel van de grond komen. Wanneer de wijken zelfregulerende organismen worden, gaat de hele samenleving vroeger of later mee. Bestuur en structuur zullen zich aan de nieuwe situatie moeten aanpassen. De machtsbasis is immers in de wijk gelegen. Tenslotte bestaat een land uit een netwerk van wijken. De BasisDemokratie steunt op de wijken, de gemeenten en de regio’s als zijn wortels.

De regio’s, gemeenten en wijken krijgen meer zeggenschap over het financiele beheer met betrekking tot de onder hen ressorterende werkzaamheden en projecten. Bijvoorbeeld de „ecotax“ op milieu-onvriendelijke produkten en schaarse grondstoffen vloeien direct in de kas van bovengenoemden. Ook milieuheffingen volgens het principe „de vervuiler betaalt“ volgen dezelfde weg. Immers de schade het milieu aangedaan, moet direct terechtkomen bij diegenen die de schade wordt aangedaan: de burgers in hun leefomgeving. Zo krijgt de „gewone burger“ vanzelf controle op het milieubeleid. De wijken kunnen met deze gelden hun infrastructuur in brede zin verbeteren. Het zwaartepunt van bestuur is daarmee dusdanig verlegd, dat bovenregionale organen als de nationale regering en „Europa“ slechts een coordinerende functie zullen vervullen.

Commentaar: De BasisDemokratie introduceert een integratiemodel voor de uiteengevallen samenleving. „JeZelf zijn in verbondenheid“ is daarbij het uitgangspunt. Het leidt tot zelfbeschikking van mondige burgers die niet alleen hun eigen „heil“ nastreven, maar ook bereid zijn in de samenleving een actieve rol te vervullen. Daartoe trekken zij beslissingsbevoegdheid naar zich toe. De huidige maatschappij als collectieve vervreemding, verdoving en verslaving voert immers direct naar de ondergang. De oplossing voor de huidige crisis is de vervanging van het systeem van „zwevende demokratie“ door een van directe demokratie, ja in gunstige zin: een volksgemeenschap. Degenen die tot de BasisDemokratie toetreden, hebben de stress en de pijn van de ontworteling vaak aan den lijve ondergaan. Daarom komt de motivatie tot transformatie van binnenuit. De meeste mensen zitten echter nog in de illusie van de vooruitgang of in het rouwproces als gevolg van het afbrokkelen van de welvaart. De BasisDemokratie is er om de laatsten uit de droom te helpen. Om gezamenlijk een eind te maken aan de gruwel van onwetendheid, zelfbetrokkenheid en onverschilligheid. Door kennis van de geschiedenis van de westerse ONTREDDERING hebben wij inzicht in de achtergronden van de cultuur en de mechanismen die tot de huidige crisis hebben geleid. Terwijl wij met Het Grote Leerproces een innerlijke en uiterlijke scholingsweg in handen hebben, die uitkomst kan bieden. Voor de gehele Westerse wereld is nu de tijd rijp.

OP VRIJWILLIGE BASIS

Wat kan het bovenstaande nu mede in beweging zetten? Mijn antwoord is: een geheel nieuwe samenwerking tussen mensen van „onderaf“ met de door hen in het leven geroepen nieuwe instituties. Immers hebben in het recente verleden regering en bovennationale lichamen daar waar het om het behoud van de aarde gaat verregaand laten afweten. Ook wijzelf zijn echter nog steeds in de ban van onze collectieve verslaving: het „systeem“. Hoe vaak hoor je niet juist ook van „spirituele“ mensen, dat „alles uiteindelijk toch om het geld draait“. Zij falen bij het nemen van de laatste stap: het in overeenstemming brengen van „innerlijk“ en „uiterlijk“. En wie herinnert zich niet de populaire New Age geldworkshops, waar ten onrechte een „positieve“ relatie tussen „spiritualiteit“ en geld werd (wordt) gesuggereerd. Angst, onzekerheid en ordinaire begeerte liggen eraan ten grondslag, niets meer en niets minder. Bovenstaande blijkt een hardnekkig „belief“ waar onze hele samenleving mee besmet is. Echter iedereen weet het uit eigen ervaring: er is in onze maatschappij niets zo onzeker als geld. Vandaag ben je rijk en morgen arm (of andersom). Nee, als wij toch over zekerheid praten is deze veeleer gelegen in innerlijke zekerheid, met weinig gelukkig (kunnen) zijn, verbondenheid met de directe omgeving, vriendschap en solidariteit in een zelfregulerende gemeenschap. Voor velen zou afstand doen van geld en gemak daarom wel eens de echte toetsing voor ware Zelfrealisatie kunnen zijn.

De motor van maatschappelijke verandering is dus het bewustworden van die angst, onzekerheid en de verslaving aan gemak en confort, die je voortdurend weer laat capituleren voor de verlokkingen van het consumisme. Besef van onze werkelijke toestand kan je daarbij een handje helpen. Ik hoef alleen maar enkele krantekoppen van de laatste jaren in herinnering te brengen. Daar heette het met grote regelmaat: „Behoeftepatroon moet ingrijpend veranderd worden“, „RIVM acht huidig milieubeleid volstrekt onvoldoende“, „Ook de vrijheid heeft zijn grenzen“, „De bossen zijn toch al dood, wat zou ik me druk maken?“, „Explosieve groei van bevolking voorspeld“, „Bestaansgrond van de mens ernstig bedreigd“, „Mensheid roeit zichzelf snel uit“ en „Milieu-revolutie noodzakelijk“. Volgens een aantal prominente hoogleraren van de universiteit van Wageningen (en met hen vele internationale organisaties) zijn overbevolking (tien miljard: vier keer teveel mensen in 2040) en het hoge welvaartsnivo van de Westerse wereld daarbij de hoofdoorzaken. Naast dat geboorten drastisch beperkt dienen te worden, zullen komende generaties wellicht alleen nog een toekomst hebben, wanneer de vervuiling (en daarmee in „zekere zin“ het consumptieniveau) teruggebracht wordt tot 20%! van het niveau van 1980 en wel met onmiddellijke ingang. Gebeurt dit niet, dan is een totale ineenstorting met verdwijnen van de menselijke soort het gevolg.

Nemen wij dit aan, en er is geen reden dit niet te doen, dan staat de mensheid met de rug tegen de muur. Als je nog meent „alle kanten op te kunnen“ zijn je acties oppervlakkig, versnipperd en ineffectief. Die tijd heben wij nu gehad. Dat de omstandigheden ons met een schok in het Moment brengen, dat is de (laatste) hoop van vandaag. Wij kunnen immers inderdaad geen kant meer op. Willen wij onszelf en de aarde redden, dan hebben wij geen andere keus, dan eenvoudig datgene te doen wat nodig is. En dat is het bovenstaande letterlijk op te vatten en overeenkomstig te handelen, wat de consequenties ook mogen zijn. Intelligentie betekent leven overeenkomstig de (innerlijke en uiterlijke) werkelijkheid zoals deze is. In tegenstelling tot de recente (utopische) ideologieen, worden de beslissingen nu op grond van de naakte feiten genomen. Zelf bezie ik dit zeer nuchter. Immers ook wanneer ik aan mijn eigen hachje denk, heeft het leven mij geleerd, dat ik tevoren nooit een oordeel kan hebben of een bepaalde stap „goed“ of „slecht“ voor mij is. Zo is het nu ook weer. Zullen wij, door de bovenstaande consequenties voor onszelf te trekken er werkelijk „op achteruit gaan?“ Is onze maatschappij dan zo ideaal? Het is toch te gek, dat je leven bestaat uit het verkopen van het 27e merk stofzuiger, je daar elke dag zorgen over hebt en tenslotte met een burn-outsyndroom in de arbeidsongeschiktheid belandt. Is het werkelijk nodig om uit 16 verschillende soorten tandpasta te kunnen kiezen? Is dit het soort leven dat wij werkelijk willen?

Als bij elke ontwenningskuur zal de eerste stap een pijnlijke zijn: afstand doen van gemak, confort en zekerheid terwille van het onbekende. Analoog aan het innerlijke proces van „sterven en opnieuw geboren worden“ omvat de maatschappelijke OMMEKEER twee opeenvolgende fasen: vrijwillige inkrimping (van het oude) en wederopbouw (van het nieuwe). De basisrevolutie is het voorstel om vrijwillig uit de „geldrace“ - de voedingsbodem van het kapitalisme - te stappen door 80% - ja 80% - van je vermogen en inkomen permanent te investeren in (cq te schenken aan) individuen, groepen, organisaties en instituties die zich (direct of indirect) inzetten voor vrede en veiligheid, een rechtvaardige verdeling van de schaarse goederen en een duurzaam milieu. Het beoogt het grootste geldoverhevelingsproject, de meest massale kapitaalstransfer in de geschiedenis te worden onder het motto: „save the earth transfer your money“. Onttrek je investeringen, beleggingen, aandelen en spaargelden aan die instellingen die ons direct naar de ondergang voeren ten gunste van diegene die zich inzetten voor de duurzaamheid van de aarde. Een brochure met advies en suggesties voor in aanmerking komende organisaties wordt voor dit doel ter beschikking gesteld. Dat dit een doelbewuste revolutie (beter een „gestuurde collaps“ dan een onvrijwillige en chaotische ondergang) betekent zal duidelijk zijn. Er is immers geen andere keus op korte termijn de desastreuse spiraal van productie en consumptie te doorbreken.

Van een ding ben ik overtuigd: dat wij nu de overstap moeten maken van het praten naar de daadwerkelijke praktijk. Bewuste (en welgestelde) mensen zullen hierbij het voortouw moeten nemen. Zonder een moedige groep die een voorbeeldfunctie voor de anderen kan hebben zal het niet gaan. Zij zijn het die ervaring hebben met het innerlijke proces en anderen dus moed in kunnen spreken, gerust kunnen stellen en steun verlenen bij het nemen van deze belangrijke stap. De hoop is dan, dat steeds meer mensen zullen volgen. Zodat vroeger of later (niet te laat) instanties en regering zich er wel bij aan moeten passen. Onmogelijk is dit geenszins, denk aan de nog recente Duitse hereniging („Wij zijn het volk“). De nieuwe sociale verhoudingen zullen het rauwe eigenbelang (grotendeels) vervangen door een nieuwe solidariteit (iedereen opeens in „dezelfde“ boot). Dit is dan tevens de basis om de onvermijdelijke conflicten, verwarringen en moeilijkheden in juiste banen te leiden. Ieder houdt bijvoorbeeld tenminste een basisinkomen over dat tenminste gelijkstaat met het huidige minimumloon, aangevuld met een beperkte salarisschaal voor diegenen die werken. Daarbij kan worden aangesloten bij het belangrijke werk dat in bepaalde politieke kringen ten gunste van het basisinkomen reeds verricht is. Het is reeds meermalen berekend dat het kan. Voor de financieel zwakken wordt het inkomen tot deze grens opgetrokken. Iedereen zonder uitzondering moet bijvoorbeeld (uiteraard) in zijn of haar eigen huis kunnen blijven wonen (naast dat daklozen er een ontvangen). Daarvoor is het nodig dat hypothecale overeenkomsten ten gunste van de bewoners worden veranderd, evenals huurovereenkomsten en de belastingen. Ontelbare andere regelingen en voorzieningen dienen vervolgens overeenkomstig aangepast te worden. Ondanks de vele problemen inherent aan elke drastische overgang, zal de nieuwe maatschappij met het „basisinkomen voor iedereen“ als uitgangspunt meer zekerheid, verbondenheid, levenskwaliteit, gezondheid, toekomst, vrijheid en creativiteit verschaffen, dan in de oude maatschappij ooit denkbaar was geweest.

Zie ook: P.Kooistra „Het ideale eigenbelang“ 1994 Kok Kampen

Het geinvesteerde cq geschonken geld komt dus rechtstreeks ten goede van die organisaties die het leven op aarde in al zijn facetten ondersteunen. Deze organisaties zullen hierdoor enorm groeien, dusdanig dat zij voor nieuwe werkgelegenheid kunnen zorgen. De tweede fase: de „wederopbouw“ bestaat dan uit o.a. de herinrichting van de samenleving op basis van Het Grote Leerproces. Door zo te handelen, wat de uitkomst van dit grootse maatschappelijke experiment ook moge zijn, kan de mens - jij en ik - weer in het daglicht van hemel en aarde treden in het besef alles gedaan te hebben om zichzelf (de eigen „ziel“), de aarde en alle levende wezens te redden. Dat wij onze uiteindelijke bestemming - leven in de werkelijkheid - alsnog kunnen waarmaken, daartoe helpe ons de Uiteindelijke Werkelijkheid.

TOT SLOT

De Westerse mens is door zijn historische bepaaldheid, doelstellingen, maatschappelijk systeem en levensstijl de grootste bedreiging voor het voortbestaan van de mensheid, planten en dieren geworden. Onbewustheid, vervreemding, (zelf)verslaving en hebzucht spelen daarbij een doorslaggevende rol.

In de verschillende cultuurfasen heeft de (Westerse) mens nog nooit vrijwillig afstand gedaan van macht, verworvenheden en welstand. De motor van elke verandering, van elke revolutie is altijd de belofte van (materiele) „verbetering“, „vooruitgang“ en nooit andersom.

Als gevolg van de aggressieve „expansie van de markteconomie“, de technologie en de intensieve mediapropaganda is de westerse levensstijl - behoudens enkele uitzonderingen - het begeerlijke ideaal van de rest van de mensheid geworden.

Met een derde van de mensheid die weigert hiervan afstand te doen en twee derde die staat te trappelen om dezelfde rijkdom te vergaren is dit geen vrolijk vooruitzicht. Het milieu kan dit niet meer verwerken, aangezien de ecologische grenzen van de aarde immers nu al ruim overschreden zijn.

Voor het voortbestaan van mensen, dieren en planten is het daarom een eerste prioriteit al die individuen, groepen en culturen te steunen die religieus, cultureel, ecologisch, politiek en economisch fundamentele verandering nastreven cq hun eigen weg willen gaan.

Uit de psychologie van de verslaafde weten wij, dat pas wanneer de ellende op zijn grootst is en alle pogingen om op eigen wilskracht zichzelf uit het moeras te trekken zijn mislukt, de tijd rijp is voor werkelijke verandering: het zich opnieuw invoegen in het grote geheel (van hemel en aarde).

Terug

 © 1995 Copyright Han Marie Stiekema. Alle rechten voorbehouden.
Last revising: 12/09/04