Hoofdstuk 5
PRIESTERS EN GOEROE'S

INHOUD

 

1
INLEIDING
2

DE DRIEVOUDIGE
MOEDER

   - DE OERMOEDER
   - MOEDER AARDE
   - DE STAMMOEDER
3
IN HARMONIE MET DE
NATUUR

4

GODINNEN EN GODEN
5

PRIESTERS EN GOEROE'S
6
VROUWEN EN MANNEN
7

DE OORSPRONKELIJKE
TRADITIE

8

CULTUS, VIERINGEN
EN RITUELEN

9

HET GEHEEL DIENEN
10

GROTE MOEDER HYMNE
11

MATRITALK
12
TOT SLOT

LITERATUUR

 

 

1. „Men moet gehoorzaam zijn aan de priesters, die binnen de kerk staan, d.w.z. ...aan hen, die de rechten der apostolische opvolging bezitten. Want zij ontvangen bij hun opname in de episcopale successie de zekere gave der waarheid. Degenen, die afwijken van de oeropvolging en zomaar ergens bijeenkomen, dient men met achterdocht te bezien. Die moet men identificeren als ketters...of als schismatici...of als huichelaars. Zij allen zijn van de waarheid afgevallen".
(Bisschop Irenaeus, 2e eeuw ACE, A.H.4.26.2)

2. „Anderen...die niet bij ons horen...noemen zichzelf bisschoppen, of ook diakenen, alsof ze hun gezag van God hadden ontvangen...Deze mensen zijn als grachten zonder water".
(Apocalyps van Petrus 79.22-30, NHL 343, Gnostisch geschrift)

3. Volgens de Gnostici waren priesters lege vaten, die God gebruikten om er hun gezag aan te ontlenen. De laatsten propageerden een beeld van God: koning, heer, meester om daarmee hun eigen macht te rechtvaardigen. Het gaat terug tot het vroegste patriarchaat, toen de mannen hun rol in de voortplanting ontdekten. Om het bezit aan hun zoons te kunnen doorgeven, was het noodzakelijk, dat zij heersers werden over de goederen, die daarvoor nog gezamenlijk, door man en vrouw samen werden beheerd. God werd daar vervolgens als referentiekader, als bekrachtiging aan toegevoegd. De Valentiniaanse Gnostici daarentegen, zij die gegrepen waren door de Godservaring, schilderden God af als „De Diepte", de „laatste Bron van alle zijn" en het „onzichtbaar, onkenbare Oerprincipe". De apostelen en hun opvolgers waren daarentegen onwetend. Daarom staat er in de bijbel „zij begrepen hem (Jezus) niet". Deze diepe onzekerheid kon alleen nog maar door macht en gezag worden overgecompenseerd, aangezien zij innerlijk geen been hadden om op te staan. In plaats van de Godservaring identificeerden zij zich met het beeld van God, zij gingen niet in de diepte, maar verstevigden hun positie aan de oppervlakte. Iedereen die de Ervaring wel had of ernaar streefde, was per defintie „verdacht", in feite herinnerden zij de priesters aan hun eigen leegheid en wekten hun jalouzie op.

4. Niet verwonderlijk dus, dat al heel vroeg, reeds tijdens het leven van Jezus de strijd tussen de „innerlijken" en de „uiterlijken" in alle hevigheid losbarstte. Uitzonderingen (vele voortreffelijken, die - het verbaast ons niet - later ook vaker als ketters zijn bestempeld: Marguerite Porete, Eckhart, Giordano Bruno) daargelaten, waren priesters dan ook mensen zonder enige innerlijke kwaliteit, functionarissen van een instituut, met als belangrijkste drijfveer het uitbreiden van de macht. Een vroegchristelijke richting die in de eerste eeuwen „heiligheid" eiste van de priesters - het Donatisme - werd dan ook prompt als „ketters" bestempeld. Of „god de vader" nu inderdaad een gemasculiniseerde Grote Moeder is geweest, staat niet helemaal vast. Immers het monotheïsme kwam van de steppen, waar vooral mannen - als jagers - het uitspansel vereerden als de „ene god". Maar niet alleen het beeld van god, maar ook het Zijn zelf versterkt de mannelijke identiteit nog eens. Het representeert het Licht, het woord, de „logos", de kracht en de glorie. Zo kon het zijn, dat transcendente Waarheid, een die in zichZelf de hoogste vorm van Zelfverwerkelijking en bevrijding inhoudt, het instrument werd van onderdrukking, terreur en vernietiging. Het kwam tegemoet aan de heerszucht van het patriarchaat. De verdere geschiedenis van de kerk is even boeiend als verschrikkelijk. Het was (is) een machtsinstituut met de godsdienst als dekmantel. Een afschrikwekkend voorbeeld van wat er gebeurt, als er geen werkelijk contakt met de Bron is. Nooit heeft een godsdienst mensen zoveel schade berokkend. Het verloop en de details zijn elders voldoende gedokumenteerd.

5. Toen ik onlangs op de TV een (populaire) rk priester hoorde beweren, dat „sexualiteit voor de kerk heilig is", kon ik een schaterlach niet onderdrukken. Immers de geschiedenis van de kerk is één grote „kruis" tocht tegen het „zondige (vrouwelijke) vlees" geweest en is het nog. Pijnlijk is te zien, dat veel (intellectuele) vrouwen deze haat geïnternaliseerd hebben. Zij beschouwen de afwijzing van hun eigen lichaam als "emancipatie".

6. „Eerst beginnen ze (de goeroe's) met het afwijzen van het leven. Je bent niet goed zoals je bent. Dan stellen zij je een onmogelijk doel voor ogen, dat je niet kunt bereiken. Vervolgens plaatsen zij zichzelf op een voetstuk en op het laatst verachten zij je".
Uitspraak van een volgelinge.

7. „Vele goeroe’s zijn bij de eerste glimp in Verlichting blijven steken. Hechten aan Verlichting is hun ziekte. Vandaar dat ze er steeds over moeten praten".

8. In feite vertegenwoordigen de goeroe’s slechts één kant van het leven, namelijk het verwerkelijken van het Zelf, de opgang naar het Licht. Het is de mannelijke invalshoek. Voor hen is het leven slechts de brug naar een ander „hoger" leven. Het gewone bestaan is in vergelijking hiermee slechts betrekkelijk, voorbijgaand, secundair, ja in feite illusie. Goeroe’s creëren een hiërarchie van waarden: hogere en lagere. Uiteraard hebben zijzelf dit hogere leven verwerkelijkt, vandaar dat zij met gezag kunnen spreken. De wereld van het licht - Verlichting - wordt tegenover de duisternis - de wereld van het lijden, samsara - geplaatst. Vervolgens word je gedwongen tussen die beiden te kiezen. Veelal betekent het, dat je het gewone leven moet „verzaken". Het feit, dat het leven een vruchtbare polariteit is tussen leven en Zijn, komt nooit ter sprake, waarschijnlijk beseffen zij dit niet eens. Dat zou namelijk inhouden, dat het leven van alledag ook oké zou zijn. Je zou dan gewoon jezelf kunnen zijn, in plaats van ergens aan te moeten beantwoorden. Daarmee zou hun functie echter een stuk overbodiger worden en dat is bij de meeste van hen nou net niet de bedoeling.

9. De uiteindelijke vrouwelijke! wijsheid streeft geen "onnatuurlijke volmaaktheid" na - een die buiten het leven staat - maar vindt het in het dagelijks leven. Alles zonder uitzondering is deel van de goddelijke dans, meditatie evenzeer als het planten watergeven, koken, satsang of voor de kinderen zorgen. De wijze werkt geduldig aan het integreren van het gewone leven in het Ene. Degene die dit inzicht heeft, weet dat hij/zij niet in een "tranendal" geboren is, maar in een samenhang, waarin alles een evengroot wonder is. Iedereen en alles is geboren in het Ene. Terwijl sommigen alle moeite doen om er deel van te worden (vanuit het verkeerde axioma, dat je er buitenstaat...), kun je er niet eens aan ontsnappen, zelfs als je dat zou willen. Alles bestaat in een waterdichte geborgenheid. Er is geen daarom enkele behoefte aan een dualistische filosofie, die het leven opdeelt in hemel en aarde, licht en duisternis of geest en lichaam, noch hoef je ergens van bevrijd of verlost te worden. Het kosmische ritme is allesomarmend, vandaar dat de ware wijze niets in dit leven buitensluit. Hij/zij prijst het Uiteindelijke - de Grote Moeder - evenzeer om het geluk, de exstase of het inzicht als om beproeving, verdriet of het lijden. Vooral de laatste zijn de Moeder's essentiële instrumenten van transformatie. De dualistische (egotische, mannelijke!) kramp is daarentegen gebaseerd op angst, een die het leven, het lichaam, de natuur, de duisternis, het lijden en de vrouwelijkheid afwijst. Hetgeen vaak onzichtbaar verpakt is, ja vaak opereert onder de pretentie "non-duaal" te zijn...

10. Net als bij het priesterschap blijken Zelfrealisatie en gezag keerzijden van dezelfde medaille te zijn. Beide rollen zijn onderdeel van het patriarchaat. De pretentie van goeroe’s - dat kunnen overigens ook vrouwen zijn - de waarheid te bezitten, gaat sinds onze ontdekking van de twee-eenheid van het leven en de Oermoeder als Uiteindelijke Werkelijkheid echter niet meer op. Het hele fundament, waarop het leraarschap rust - de exclusiviteit van het Absolute, het Zijn, de Verlichting ten koste van zowel de Duisternis alsook het leven - is daarmee onderuitgehaald. Het Goddelijke bestaat, maar Het is niet meer de laatste waarheid. „God" blijkt een doodlopende weg te zijn. Hou je je ergens aan vast - het Licht - dan sterf je, sterf je daarentegen - in de Grote Moeder - dan zul je opnieuw worden geboren. In feite is het werk van de goeroe even onvruchtbaar als die van de priester. Beiden ontkennen de moederlijke Oergrond. Beiden ontkennen vrouwen en vrouwelijke waarden als gelijkwaardig en complementair. Net als de kerk exploiteren zij het vrouwelijke, in plaats van het te vereren. Vrouwelijke waarden en kwaliteiten zoals verbondenheid, zorg, liefde, schoonheid en genieten worden niet gewaardeerd om wat zij zijn en op één lijn gesteld, maar ondergeschikt gemaakt aan de „hogere" doelstelling. Goeroe’s houden ervan om zich met vrouwelijke volgelingen te omgeven, om zo hun door Zelfrealisatie enorm versterkte ego te strelen. Vrouwen zijn goed voor de organisatie. Zelf hebben de meesters niet in de gaten, dat hun weg is doodgelopen. Alles draait alleen maar om „het bereiken van". Zij zijn in hun eigen verwerkelijking verstrikt geraakt.

Zie je het vóór je? Pas als je loslaat, kom je er Achter

11. Geen contakt hebben met het (gewone) leven - zoals bij vele goeroe's het geval is - is echter even onvruchtbaar als geen contakt hebben met de Bron. De meeste hebben dan ook last van extreme zelfgerichtheid of contaktstoornissen. De een presteert het om een leven lang te zwijgen over zijn (geheime) contakten met vrouwen, gewoon omdat dat zijn „verlichte" imago schade zou kunnen toebrengen. Een ander zwelgt in narcisme door zichzelf zowat elke maand een nieuwe, nog geëxalteerdere naam toe te dichten en een derde etaleert zijn verlichting om zijn superioriteit ten opzichte van zijn omgeving te demonstreren. Hetgeen dan ook nog eens op weinig is gebaseerd. Goeroe’s - de enkele (zeer) goeden uitgezonderd - hebben vaak de neiging, om na de eerste glimp van realisatie, deze onmiddellijk te exploiteren voor hun carrière. De vraag: „wat kan ik ermee doen", obsedeert hen. Dat zij zelf eerst nog een weg moeten gaan, daarvoor hebben zij dan geen geduld meer. Hoeveel energie kost het wel niet, om het imago overeind te houden. Hoeveel misbruik wordt er niet gemaakt van onwetendheid? Sommigen schuwen zich er zelfs niet voor om op basis van „verlichting", hun eigen persoonlijke glimp, een hele business op te zetten. Deze goeroe’s vervangen door de godin - zoals een aantal feministische schrijfsters suggereren - is echter geen antwoord op het probleem. Het gaat om inzicht. De goeroe zal vroeger of later slachtoffer van zijn eigen pretenties worden. Voor jezelf: zie je het leven in zijn volledigheid, dan weet je welke Weg je moet gaan. Die mensen, die je daarbij niet kunnen helpen, laat je gewoon links liggen.

12. Iedere verlichte leraar(es), die zichzelf als laatste autoriteit beschouwt, doet de Werkelijkheid geweld aan. Hij of zij is "in Verlichting blijven steken". Want de Werkelijkheid is bodemloos en elke Verwerkelijking is een verwijzing naar Dat Wat Er Achter Ligt.

13. Toelichting: De ware goeroe heeft de verbinding met „Hemel" EN aarde hersteld, is ooit volledig in het Licht opgegaan, heeft de Cyclus van Verlichting „doorlopen", is teruggekeerd in de marketplace, kent de Duisternis als keerzijde van het Licht, beide voortkomend uit de Onkenbare Afgrond die hij/zij vervolgens erkent als Laatste Werkelijkheid. De werkelijk Verlichte is aan de Verlichting voorbij. Hij ontleent zijn identiteit niet aan zichZelf, niet aan het hogere, maar aan de Oermoeder. Maar...als het Uiteindelijke er toch „achter" ligt, waarom dan niet direct tot Haar te gaan? Het Licht - de tussenstap - hoef je dan niet meer te verwerkelijken of te bereiken. In plaats van dat je tot Het op moet stijgen - het beklimmen van de top - daalt Het naar je af. Het Zijn komt uit Haar Schoot en wordt je geschonken, als je je aan Haar overgeeft. Het is geen verworvenheid, het resultaat van streving of ambitie, maar een geschenk.

Je bevalt van het Licht, Het wordt in je geboren

Boeddha, geboren uit de Moederschoot. Japan 17e? eeuw
Computer-manipulated picture from R.Camphausen "The Yoni", 1996 Inner Traditions

Home

© 2000 Copyright by Han Marie Stiekema
Last update: 11/05/07