Hoofdstuk 6
MANNEN EN VROUWEN

INHOUD

1
INLEIDING
2

DE DRIEVOUDIGE
MOEDER

   - DE OERMOEDER
   - MOEDER AARDE
   - DE STAMMOEDER
3
IN HARMONIE MET DE
NATUUR

4

GODINNEN EN GODEN
5

PRIESTERS EN GOEROE'S
6
VROUWEN EN MANNEN
7

DE OORSPRONKELIJKE
TRADITIE

8

CULTUS, VIERINGEN
EN RITUELEN

9

HET GEHEEL DIENEN
10

GROTE MOEDER HYMNE
11

MATRITALK
12
TOT SLOT

LITERATUUR

 

 

1. "Mannelijk is begeerte naar macht, het stellen van de rechts-idee boven de liefde-idee, het verkiezen van handeling boven aanschouwing, van het verstand boven het gevoel. Mannelijk is critiek, is rationalisme. Vrouwelijk is intuitie, ontvankelijkheid voor ingevingen, geloof. Mannelijk is individualisme, het principe der indeling, het mechanische. Vrouwelijk is het principe van algemeenheid, het organische. Het getal is een winst voor de man, doch het vormt tevens een bedreiging voor hem. Het geeft hem het middel aan de hand waardoor hij heersen kan, maar het bedreigt het voortstromende leven met verstarring. De man scheidt zich af van het geheel en streeft naar autonomie. Op die wijze wordt hij een eenzame, een monade, een individu. De vrouw voelt zich daarentegen met de hele wereld verbonden; zij wortelt als een plant, diep in de natuur. De man beschouwt zijn lichaam als een werktuig en een middel, als een wapen, waarmee hij vecht. De vrouw voelt het lichaam aan als oorsprong en oergrond van haar wezen, als een beschutting waarbinnen zij geborgen is. Voor de man betekent te leven: strijden, doden, het vernietigen van leven; voor de vrouw: zich voortplanten, baren, het leven vernieuwen. Het mannelijk beginsel is dat van de dood, het vrouwelijke dat van het eeuwige leven".

W.Schubart "De komende Europeesche Mens", Luzern 1938 

2. Bovenstaande is een "klassieke" typologie van het vrouwelijke en het mannelijke. Deze categorieën staan echter los van concrete vrouwen en mannen. Ieder mens - vrouw of man - kan zich vrijelijk met ieder van bovenstaande en andere facetten - vrouwelijk en mannelijk - identificeren. Zodat in de praktijk iedere vrouw of man haar c.q. zijn unieke samenstel aan eigenschappen (m/v) bezitten kan, zijn/haar eigen unieke individualiteit beleeft. Uiteindelijk is ieder mens noch man, noch vrouw. Vanuit het Wezenlijke is de mens iets dat daar boven uitsteekt.

3. In tegenstelling tot de ouderwetse indeling zijn postmoderne mannen en vrouwen gelijk. Beide zijn realistisch (stellen materie boven alles), hebben een gezonde kijk op het leven (laten eigenbelang altijd voorgaan), zijn flexibel (zijn steeds inzetbaar op de arbeidsmarkt), laten zich niets wijsmaken (hebben iedere verwondering verloren), zijn zelfstandig (hebben hun eigen koopgedrag ontwikkeld), hebben gelijkwaardige verdeling van taken (offeren hun hele leven op aan hun carrière), hebben een uitgesproken mening (kunnen niet meer luisteren), zijn effectief (hebben nergens meer tijd voor), leven in het moment (hebben geen gevoel van verantwoordelijkheid), beschouwen vrijheid als hoogste goed (om te kunnen doen en laten wat ze willen), laten kinderen hun leven zoveel mogelijk zelf bepalen (hebben geen tijd en energie om zich met opvoeding te bemoeien), nemen het leven zoals het is (zonder verder over de dingen na te denken), investeren in de toekomst (zijn geobsedeerd door zekerheid), kunnen situaties goed inschatten (gebruiken de ander voor eigen doeleinden), bemoeien zich niet met andermans zaken (hebben alle mededogen voor de medemens verloren), kunnen overal in meepraten (missen iedere diepgang), maken hun eigen beslissingen (zonder te beseffen dat deze alle voorgeprogrammeerd zijn), hebben een gezonde afkeer van ideologieën (weigeren te erkennen dat ze zelf in een systeem gevangen zitten) en maken zich niet onnodig druk (hebben iedere passie verloren). Kortom, in vergelijking met het verleden zijn postmoderne mannen en vrouwen er enorm op vooruitgegaan......

De reden dat het patriarchaat niet meer "in" is bij het feminisme (naast dat het feminisme zelf ook "uit" is) is dat het laatste inmiddels de doelstellingen van het eerste heeft overgenomen

4. De cultuur is aan zichzelf voorbijgelopen, heeft het contakt met het leven, dus zijn maat en balans, verloren. De mannelijke energie (en dus ook de patriarchaal-vrouwelijke) is opgebrand. Alles loopt meer en meer uit de hand. Wij hebben dingen gecreëerd, die sterker zijn dan wijzelf. Wij hebben de controle verloren over dingen die wijzelf hebben opgeroepen. Nog staan de „winners" en de successen in de spotlights. De menigten verliezers en uitvallers neemt echter dramatisch toe. Talloze gevallen van stress en opgebrand-zijn, in Nederland duizenden nieuwe arbeidsongeschikten per maand. Mannen die in een steeds grotere uitputting geraken, vertwijfelde vrouwen, wiens taak het is hun mannen elke dag weer op te kalefateren. Het patriarchaat eist nu ook zijn tol onder de mannen. De strenge vadergod eist dat zij beantwoorden aan steeds hogere eisen. Bij de dag worden de dingen meer opgeschroeft. De mannen (en de in het systeem werkende vrouwen) moeten zich kost wat kost blijven bewijzen. Hoe lang nog? Zie hoe zij reeds „sterven" (burn out), onvrijwillig en bij bosjes, niet bestand tegen de medogenloze race naar méér. Ook de vrouwen zijn „medeplichtig". Hoevelen - uit alle lagen van de bevolking - hebben niet doelbewust aan het systeem meegewerkt en ervan geprofiteerd. Het is zoiets als "collaboratie met de bezetter". Maar niet alleen begeerte, bezit en luxe speelt hier een rol.

5. Vrouwen hebben een onbewust mannelijk complex - de animus - zoals mannen een „beeltenis" van de vrouw - anima - in zich hebben (C.G.Jung). In situaties waarin vrouwen hun mannelijk deel niet kunnen actualiseren, projecteren zij hun ambties in hun zonen, vrienden en echtgenoten. Vandaar dat vrouwen vaak de „drijvende kracht" achter hun mannen worden (werden) genoemd. Aangezien deze kracht in principe grenzeloos is - de vrouw kan of wil haar streven immers niet zelf verwezenlijken, om daarin vervolgens grenzen tegen te komen - worden (werden) mannen tot het uiterste aangezet. Hetgeen buitengewoon subtiel kan liggen. Ook op deze manier hebben vrouwen aandeel in en verantwoordelijkheid voor het patriarchaat gehad. Ofschoon het patriarchaat de emancipatie van de animuskant van de vrouw - samen met haar vrouwelijke kwaliteit - altijd op grote schaal heeft onderdrukt, is er nu wel degelijk ruimte vrijgekomen. De mannen zijn niet meer de allenigverantwoordelijken voor de huidige crisis.

6. De menstruatie is een perfecte metafoor voor de werkzaamheid van de Grote Moeder: opruimen van het oude, zuivering en vernieuwing. Ook in de praktijk blijkt dit een voordeel te zijn. Vrouwen hebben een groter regeneratievermogen. NB. Uitgerekend het vrouwelijk lichaam, dat dus over een uniek zelfreinigend vermogen bezit - dit om elke maand optimaal klaar te zijn voor een eventuele bevruchting - werd o, ironie door de mannen altijd als onrein beschouwd.

7. Afsplitsing van het ik: ik tegenover mijzelf, ik en mijzelf, ik ken mijzelf, ik houd van mijzelf, ik ben mijzelf, ik ben mijZelf, Ik Ben Die Ben, hoe vertrouwd zijn wij niet met deze uitdrukkingen. Vrouwen leven meestal meer aan de zelfpool, mannen meer aan de ikpool. Beiden zijn echter voor het leven even onontbeerlijk. Afstand tot het leven en het leven zelf zijn complementair, samen zijn zij de volledigheid. Het dynamische spanningsveld genereert ontwikkelijking, groei en vooruitgang. Vooral mannen worden al vroeg gedwongen - als de andere, de niet-vrouw - om zich los te maken van de moeder. Het is het begin van zijn egotische ontwikkeling, waarbij zijn opdracht is, zich met zijn ik te identificeren. Zijn weg is de opgang naar het ik, een draagvlak voor het leven kunnen zijn. Meisjes maken deze individuatie ook door, maar doorgaans op veel latere leeftijd. Terwijl zij langer onder de moederlijke hoede blijven en daar bescherming genieten, zijn hun broertjes eerder „op zichzelf teruggeworpen". Gebeurt dit laatste te vroeg, liefdeloos of onzorgvuldig, dan zal het jongetje snel het gevoel hebben uit het nest geworpen te zijn, met alle latere gevolgen van dien.

8. De vroegkinderlijke conclusies varieren van: „ik sta overal buiten" (de eenzame buitenstaander), „ik knap het zelf wel op" (de fixatie op het egotische: het ik is de pas naar het zelf afgesneden) en „dat rot wijf" (haat-liefdeverhouding met de moeder, en later met vrouwen) tot nog erger. Het komt echter ook voor, dat de moeder haar zoon emotioneel (soms ook fysiek) exploiteert en hem in zijn ontwikkeling hindert. Het is de situatie van de dominante moeder. Heel vaak is het de „afwezige vader" - te druk met zijn carrière - die aan de moeder de alleenverantwoordelijkheid overlaat. Vele zonen hebben zo niet de gelegenheid zich met de vader te identificeren. Er is niemand die hem in het mannelijke kan initieren. De uitkomst van zo’n opvoeding is het moederskindje. Het patroon is dat van de carrière- resp. de geldmaker, het enige dat hij met "man-zijn" kan associeren of dat van de zwakkere man, degene die later niet opgewassen is tegen emotionele dominantie van zijn echtgenote en uit onmacht tot fysiek geweld overgaat. Ook homosexualiteit, geen onafhankelijke, krachtige en erotische positie ten opzichte van de vrouw in kunnen nemen, kan er het gevolg van zijn. Het patriarchaat, dat zo graag dominant wil zijn (en blijven) ondermijnt hiermee zijn eigen positie.

9. Het mannelijk ik maakt zich los van zijn moederlijke oergrond om later complementair te kunnen zijn. Het moet zich noodzakelijkerwijs afscheiden om de tegenovergestelde positie in te nemen. In tegenstelling tot vrouwen - geworteld als zij zijn in het leven - vinden mannen hun nieuwe thuis in het ik. De zondeval bestaat daaruit, dat mannen, in plaats van met hun bestemming, zich met het patriarchaat, met heerszucht, superioriteit, bezitsdrang, roem en winstbejag identificeren. Ook het meisje moet zich aan de moeder ontworstelen om een eigen ik op te kunnen bouwen. Zij doet dit echter niet door zich tegenover de moeder op te stellen, maar door haar proberen te overtreffen.

10. Het patriarchaat is de fixering van het ik, de afsplitsing van het ik van het zelf, dusdanig dat de relatie met het zelf, het leven, verloren is gegaan. Dit ik is daardoor hoogmoedig geworden, vervreemd, afstandelijk, koud, rationaliserend, calculerend, zelf- en heerszuchtig, onderdrukkend, uitbuitend...en destructief. Vrouwen - de representanten van het zelf - en alles wat met vrouwelijkheid te maken heeft, werd (wordt) daardoor verguist, vertrapt en omlaaggehaald. Tot voor kort werden zij als tweederangs wezens beschouwd. Doordat steeds meer vrouwen erover schrijven, wordt de omvang en de verschrikking van hun lijden steeds duidelijker. Van priesters en dominees die eeuwenlang met hel en verdoemenis op hun inpredikten, de kerk die met haar inquisitie vijf! eeuwen lang op de meest wrede manier jacht op hen maakte („heksen"), heerszuchtige tirannen (vele gewone mannen), die hun vrouwen uitsluitend als bezit zagen en hen tot eigen genoegen exploiteerden tot de generaties vrouwen die zich opofferden voor gezin en kerk en nooit enige waardering of respekt ontvingen, zij die in stilte leden door afwijzing, onbegrip, achteruitstelling en onderdrukking. Hoeveel vrouwen moesten niet voor de rest van hun leven de fysieke, psychologische en spirituele schade met zich meedragen, tot de dood hen verloste? Hun lijden valt inderdaad met geen pen te beschrijven.

Veel vrouwen voelen de dualiteit van lichamelijkheid en intellect. Zij
zijn bang, dat wanneer je "te" vrouwelijk bent, je verstandelijke vermogens niet hoog aangeslagen worden

11. In hun arrogantie zijn de mannen hun afkomst vergeten, stammen zij echter niet allen af van de vrouw? Hoevele moeders hebben niet geleden door afwijzing van de zijde van hun zoons? Ja, en precies daar ligt nu de oplossing van het probleem. Hoe zinvol het ook mag zijn (en dat is het zeker) om „aan jezelf te werken", het allemaal op een rijtje te krijgen, door oud verdriet heen te gaan, het met anderen uit te werken, bewust te worden, zelfintegratie na te streven, jezelf beter profileren, maatschappelijk mondig te worden, contakt met de natuur te herstellen, in relatietherapie te gaan, assertief te worden, jezelf te empoweren, creatief met jezelf te leren omgaan, dit alles zal niet tot heelwording van jezelf en de cultuur leiden...als de gemeenschappelijke context niet wordt hersteld. De polen van ik en zelf, man en vrouw, yang en yin, Zijn en leven functioneren alleen wanneer zij ingebed zijn in een groter Geheel. „Wanneer twee in mijn naam samenzijn, ben Ik in hun midden". De twee polen, het leven samen met zijn draagvlak - het Zijn - deze fundamentele polariteit, deze twee-eenheid, blijkt nu te zijn ingebed in de Grote Moeder. Alleen met Haar hulp kan het grote genezingsproces in gang gezet worden.

12. Vrouwelijkheid - het leven - moet in het middelpunt geplaatst worden. In plaats van steun aan het systeem, schaart iedereen zich rond de Grote Moeder. Mannen weten zich dientbaar aan Haar, terwijl vrouwen zich met Haar kunnen identificeren. Beide verplichten zich aan en voegen zich in in Haar universele wet: de wet van opbouw, bestendigheid en afbraak. Zo werken man en vrouw alleen nog aan de nieuwe cultuur.

13. De man kan zichzelf niet (meer) genezen, daarvoor is zijn ik te gefixeerd, teveel van het leven vervreemd, zijn „negatieve karma" teveel opgehoopt. Voor hem is het het moeilijkst om zijn kostbaar verworven ik prijs te geven. Dat is de zeer begrijpelijke kant ervan. Zijn angst voor ik-verlies projecteert hij echter in de vrouw. Immers, elk orgasme is een kleine dood. Overgave en vernietiging zijn de keerzijden van dezelfde medaille. Daarom kan een man zich vaak niet helemaal geven, houdt hij altijd iets terug. Zijn eigen vrouw - de vrouw - is daarom niet de aangewezen persoon, met wie hij in eerste instantie zijn probleem kan oplossen. Daarvoor is zijn relatie met haar te gecompliceerd, vol projecties en tegenstrijdige gevoelens. Veelal voelt zij dat ook aan, of heeft zij er eenvoudigweg geen zin (meer) in. Net als bij Nangsa Obum moet daarom eerst toevlucht in de Oermoeder worden gezocht, als Degene in wie je werkelijk kunt sterven. Zij representeert de Werkelijkheid, waarin alles van nature teruggaat en van waaruit alles opnieuw geboren wordt. Zij is het Vat van ondergang en belofte, de Onderwereld, de Grot waarin moet worden afgedaald, waar je van je last ontdaan zult worden. De weigering tot sterven is immers de hoofdoorzaak van ik-expansie, winstbejag, groei, uitbuiting en natuurvernietiging. Het is de moderne zondeval.

14. Het moderne patriarchaat staat niet meer gelijk met de dominantie van de man in het systeem, maar is de dominantie van het systeem-zelf. Het is de verstrengeling van belangen van wetenschap, technologie, economie, staat en media en zijn strijd deze belangen ten allen tijden en tegen wie dan ook veilig te stellen. Tegenwoordig staat het rijke Westen voor "man", terwijl de arme wereld voor "vrouw" staat. Het gaat dan ook niet om "gender", de relatie tussen mannen en vrouwen, of je eigen mannelijkheid of vrouwelijkheid, maar in hoeverre mannen en vrouwen zich al of niet met het patriarchaat hebben geindentificeerd. 

15. De mythe van de mannelijke oerangst is die van het matriarchaat. Daar werden in de vruchtbaarheidsriten regelmatig grote aantallen mannen ("als darren") afgeslacht, nadat zij in het openbaar de liefde met de matriarch bedreven hadden. In sommige culturen werd deze traditie - zij het in gematigde vorm - voortgezet.* Nog steeds speelt het "sterven in en door de vrouw" (aimer c'est mourir un peu") onbewust een rol in de mannelijke erotiek en sexualiteit. Is sex niet ook het ingaan van het donker hol - de grot, de onderwereld - om daar te sterven? De angst voor de dood sloeg al vroeg om in krampachtige contrôle (van de vrouw), beheersen, vasthouden en ophopen. Het is het basismechanisme, waarop zowel patriarchaat en kapitalisme konden gedijen. Het oorspronkelijke regeneratieve oerprincipe van "sterven en opnieuw geboren worden" werd hiermee onderuitgehaald. Ophoping creëert ongelijkheid en ongelijkheid oorlog. In plaats van innerlijk te sterven brengt men elkaar om zeep. Degene die zelfopoffering als levensprincipe heeft voorgeleefd, was Jezus. In die zin was hij een vertegenwoordiger van het Moederprincipe. De diepste (archetypische) wens van "elke" vrouw is, dat een man zich opoffert voor haar. Het was dus een meesterlijke zet van de Kerk om Jezus te propageren als "degene die voor jou persoonlijk gestorven is: De massa onderwerpen door voor haar te sterven". Wie kan daar nu weerstand aan bieden. Aan zo iemand geef je toch alles, inclusief je leven!

* J.Frazer "The Golden Bough", 1993 Wordsworth

De sexuele evolutie: sterven voor een kind, sterven voor de lust en
sterven om opnieuw geboren te worden

16. Tweeduizend jaar lang hebben wij gedacht, dat wij zelf niet hoefden te sterven, dat had Christus immers al voor ons gedaan. (het rituele „wedergeboren worden in Christus", zoals bij een aantal christelijke secten in zwang is, heeft met de oorspronkelijke ervaring niets van doen). De christelijke godsdienst heeft zo het regenererend vermogen van een hele cultuur onderuitgehaald, het organisch-cyclische - geboorte, bloei, bestendigheid, sterven en wedergeboorte - omgebogen in het rationeel-lineaire, ook vooruitgang of evolutie genoemd. Vastklampen aan het bestaande („het leven", het ik) verhindert het sterven en opnieuw geboren worden. Het doet het oude steeds verder ophopen, totdat je erin stikt. Datgene wat wij vast willen houden, vernietigt ons. „Overleven" staat daarom gelijk met ondergang. Als je echter weet hoe regelmatig terug te gaan in de Bron om daar te sterven, dan zal je ik nooit de kans krijgen om zich op te blazen, maar wordt het daarentegen voortdurend tot zijn natuurlijke proporties teruggebracht, leef je een leven in balans. Je leven komt en gaat, het is een ritme, een kringloop, een dynamisch evenwicht, (terwijl er diep van binnen alleen Zijn is). De Almoeder geeft je alsnog de kans je in het leven in te passen, deel te worden van het Geheel. Tot Haar kun je terugkeren zonder complicaties. Zij is een en al uitnodiging. Zij heeft je "je zonde vergeven", Zij neemt de schuld van je af. Ga daarom zonder angst terug tot Haar, niets terughoudend, je „leven" - je ik - gevend om het terug te krijgen. Jezelf opofferen om werkelijk dienstbaar te kunnen zijn. Ben je eenmaal wedergeboren, dan ziet het leven er heel anders uit. Hoe nieuw alles is! Het leven is nu een geschenk, je opdracht is het te beschermen.

17. Sinds aloude tijden zijn dood en opstanding verweven met de cyclus van de vegetatie. In de herfst sterft het gewas af, terwijl het in het voorjaar weer ontluikt. De mens van toen ervoer zich als deel van dit gebeuren, vandaar de vruchtbaarheidsorgieën van het matriarchaat, die nogal eens met het doden van mannen gepaard gingen. Nadat mannen met de matriarch publiekelijk gecopuleerd hadden, werden ze afgemaakt. Het sterven was daarbij geen doel op zich, maar een resoneren met het natuurgebeuren, in de hoop, dat er nieuw leven uit voort zou komen. Sterven werd als noodzakelijke voorwaarde gezien voor de regeneratie van mens en natuur. "Sterven en opnieuw geboren worden" waren daarom twee aanvullende kwaliteiten van de Grote Moeder. De latere uit Haar voortkomende godinnen als Ishtar waren zowel godinnen van de vruchtbaarheid als van de oorlog. In de omslagfase van het patriarchaat eigende de man zich deze functie toe in de verschijning van de "groene man". Deze heeft veel sporen achtergelaten: overal in Europa kun je hem vinden met zijn ronde kop in het loof. Terwijl de oorspronkelijke natuurreligie de voortdurende herhaling en vernieuwing van de levensbron benadrukt - met sex en erotiek als regenererende factoren - zocht het latere patriarchaat juist de ontsnapping uit de levenscyclus. De drijfveer was niet het één-zijn met de natuur, maar het verlangen naar onsterfelijkheid. De man hoopte met "sterven en opnieuw geboren worden" van zijn dagelijks ik verlost te worden. Voor hem zijn sex en erotiek middelen om zijn natuurlijke zelf te overstijgen. Eenwording met het Uiteindelijke is het doel. In het Westen is Dionysos, in het Oosten zijn tantra* en de taoïstische liefdespraktijken hiervan de grote voorbeelden.

* Zie: Lied van Vol-Ledigheid

Afrikaans/Caraïbisch model

18. Het staat welhaast vast, dat het patriarchaat ontstaan is toen de mensen bezit begonnen te vergaren. Ironisch genoeg was dat het gevolg van de door vrouwen ingezette agrarische revolutie! Dit gaf de mogelijkheid om oogsten en vervolgens ander "vermogen" op te slaan, te bewaren, vermeerderen en te verhandelen. Logischerwijs moest dit bezit beveiligd worden. Het was de kans voor de mannen om deze taak op zich te nemen. Hetgeen resulteerde in een (geweldige) toename van hun machtspositie. In de ontwikkeling die daarop volgde trokken zij de gehele macht naar zich toe. Bezit werd niet als daarvoor overgeerfd door de (matricentrische) gemeenschap, maar door de zonen. Het was de reden waarom de mannen vervolgens ook controle over de vrouwelijke sexualiteit gingen uitoefenen. Zij wilden er op deze manier zeker van zijn, dat het hun zonen (en niet van een ander) waren, aan wie zij hun bezit nalieten. In de moderne tijd mag deze situatie enigszins anders geworden zijn. De patriarchale dwang heeft aan dominantie ingeboet. Toch speelt het nog steeds een rol in die zin, dat mannen er zeker van willen zijn van wie de kinderen zijn. Vrouwen zijn er altijd zeker van, dat de kinderen die ze krijgen van hun zijn. Voor mannen ligt dat anders. Zij kunnen er nooit absoluut van op aan. Aangezien zij "de hele dag moeten ploeteren voor hun gezin" willen zij er wel zeker van zijn, dat de kinderen voor wie hij zorgt van hem zijn. Een alleszins gerechtvaardigde eis. Het monogame huwelijk - als daar kinderen in geboren zijn - moet naar mijn smaak dan ook op trouw gebaseerd zijn. Echter, iedereen is vrij om die samenlevingsvorm te kiezen, die "het beste bij je past". Dit heeft geleid tot een explosieve stijging van het aantal singles, waaronder een eveneens stijgend aantal eenoudergezinnen. Wanneer vrouwen "baas over hun eigen sexualiteit" willen zijn, prima. De consequentie is echter, dat zij niet van een man kunnen verlangen, dat hij haar trouw is en in haar onderhoud voorziet. De bewust ongehuwde moeders hebben daar terecht de conclusies uit getrokken. De ontbrekende identificatiemogelijkheid met een vaderfiguur kan echter tot grote problemen leiden zoals gebrek aan sociaal zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen, weerbaarheid, discipline, een doel hebben in het leven etc. Gezien de desintegratie van het gezin en de desorientatie van de jeugd moet naarstig naar een uitweg gezocht worden. Die uitweg zou wel eens uit onverwachte hoek kunnen komen.

19. De prioriteit is het helen, gezondmaken en organiseren van de gemeenschap. Deze werd immers onder het patriarchaat verwaarloosd, uitgebuit of rechtstreeks afgebroken. De gemeenschapsvorming staat in het teken van de Moeder, zij is matricentraal. Daarbij gaat het om kleine overzichtelijke gemeenschappen, georganiseerd naar straat, wijk, gemeente, streek en regio. Allochtonen hebben vanuit hun achtergrond vaak ervaring met zo'n situatie. Velen beschouwen dit ten onrechte als achterlijk en doen alle moeite om zich in de Westerse maatschappij in te passen. Ze hebben vaak niet in de gaten, dat juist in het Westen ontwikkelingen gaande zijn, die dicht bij hun ervaringen komen. Door uit te komen voor hun culturele achtergrond (denk aan Surinamers, Antillianen en bijvoorbeeld Ghanezen) zouden zij een "voortrekkersrol" kunnen vervullen....Aanknopingspunt is het feit, dat er steeds meer singles (uiteraard niet alleen allochtonen, zie onder 18) komen, waaronder een-oudergezinnen, waarvan de moeders met kinderen het grootste deel uitmaken. Dit wordt in Nederland o.a. het "Caraïbisch model" genoemd (....), vooral omdat door wisselende partners de kinderen in toenemende mate van verschillende vaders zijn. Deze ontwikkeling lijkt veelbelovend, omdat zij de kiem tot een nieuw "matriarchaat" in zich draagt. Daarvoor zijn een aantal voorwaarden nodig. Ten eerste zouden alle single moeders zich met elkaar moeten solidariseren, theoretisch en praktisch. Dit zal hard nodig blijken te zijn, omdat de sociale voorzieningen snel verder af zullen kalven (en de moeders er dan echt alleen voorstaan). Ten tweede zouden de moeders hun partners/vriendjes resp. vaders van hun kinderen bij elkaar moeten brengen. Door regelmatige meetings zou bij hen het verantwoordelijkheidsbesef ten aanzien van de moeder-kinderenkerngroep wakkergemaakt moeten worden. Verschillende mannen hebben dan dus een gedeelde verantwoordelijkheid voor eenzelfde "moeder-kinderen-kerngroep". De voordelen zijn veelzijdig: herstel van de centrale positie van de vrouw, betere bescherming van de kinderen, minder druk op de man-vrouw verhouding, vermindering van huiselijk geweld en een nieuwe solidariteit tussen mannen*. Het delen van het bed (een compromis van de kant van de mannen) - waarvoor met de moeder en elkaar afspraken gemaakt moeten worden - wordt ruimschoots goedgemaakt door een gedeelde verantwoordelijkheid voor het gezin. De voordelen voor mannen zijn o.a. meer individuele vrijheid in plaats van de drukkende last van het monogame vaderschap. Er kan bovendien "kruisbestuiving" plaatsvinden: mannen die ook andere vrouwen bezoeken. Zulke onderlinge verwevenheden moeten eveneens door uitbreiding van afspraken worden gestructureerd en kunnen leiden tot de vorming van moderne "clans".**

* Ondersteuning voor dit model komt bovendien uit de biologische hoek: de vruchtbaarheid van de man. Deze loopt hals over kop terug, dusdanig, dat binnen korte tijd meer dan de helft van de (Westerse) mannen onvruchtbaar is geworden. Het antwoord is dan één vrouw met meerdere partners....

** Het zonder vooroordeel verkennen van nieuwe samenlevingsvormen als de bovenstaande, houdt geen depreciatie voor de meer "conservatieve" opties - als het monogame huwelijk - in. In alle gevallen waarin deze constructie goed werkt, juichen wij zulke relaties alleen maar toe. Feit is echter, dat steeds minder mensen deze vorm willen kiezen. De samenleving is dus wel gedwongen om creatief ten aanzien van nieuwe vormen in te spelen.

In Hongkong hebben - dit uit angst voor aids - twintig echtparen
besloten tot vrijelijke partnerwisseling binnen de groep, met
de belofte daarbuiten geen sexueel contact te hebben  

20. Voor een optimaal leven zijn drie inzichten doorslaggevend. Het eerste is het gegeven, dat wij mensen polariteiten zijn. Wij bestaan immers uit lichamelijkheid en bewustzijn. Wij zijn een lichaam, maar hebben er tegelijkertijd afstand toe. Als wij tot bewustzijn komen, worden wij de waarnemer van onszelf. Onze eerste stap naar heelwording is dan, om de oorspronkelijke staat te herstellen. Als wij ons lichaam voelen in contakt met zijn omgeving, is er voelend gewaarzijn, het herstel van de eenheid van het vertikale met het horizontale. Hadden wij eerst een lichaam, nu zijn we het. Het bewustzijn heeft zich daarbij geincarneerd, het heeft zich gevestigd in het midden. Je bent van je hoofd - de identificatie met je gedachtenwereld - in je Hart gekomen. Gedachten beheersen je niet meer, maar zijn uitsluitend nog instrumenten, zij zijn aan de periferie komen te liggen. Voor (vrouwelijke) vrouwen staat de lichamelijkheid centraal, terwijl bij mannen het accent doorgaans op het verstand ligt. De verhouding mannelijkheid en vrouwelijkheid is echter in iedere man of vrouw weer anders. Het is gedragen door de derde factor, het bewustzijn, die dimensie waarin beiden identiek zijn. Belangrijk bij beiden is echter de open wisselwerking, zodat het een het ander voortdurend bevrucht. Zit je lekker in je lijf, dan is gemakkelijker om de waarnemer te zijn en andersom. Het tweede inzicht is, dat deze twee-eenheid, die je zelf bent, deel uitmaakt van de twee-eenheid van het leven. Immers met je bewustzijn ben je deel van het Grote Bewustzijn, terwijl je met je lichaam deel uitmaakt van de aarde. Je bent geen afgescheiden iets, maar je maakt deel uit van het ene grote leven.

21. In de psychoanalyse wordt de algoede en tegelijk vernietigende Grote Moeder als een oedipale mannenfantasie gezien, een projectie van hun vroegkinderlijke angst. Niemand die er aan dacht, dat Zij niet zozeer projectie, dan wel een "introjectie", een oerbewuste beleving van de Werkelijkheid zou kunnen zijn.

22. Vrouwen benadrukken daarbij hun eenheid met de levenskracht, de verbondenheid met het leven om zich heen, terwijl mannen aangetrokken zijn tot het Licht en zichzelf willen overstijgen. De eersten vertegenwoordigen het leven zelf, terwijl de laatsten het draagvlak van het leven uitmaken. Zij versterken elkaar over en weer. In de praktijk zijn die relaties uiteraard vloeiend, overeenkomstig een ieders aanleg, situatie, sexuele geaardheid en graad van bewustwording. Afhankelijk van de situatie verandert de verhouding der polariteiten voortdurend. Zij maken de dynamiek van het leven uit. Het geheel van aanvullende tegenstellingen houdt alles in beweging. Tenslotte is de twee-eenheid van Zijn en leven ingebed in de Oermoeder. Met de Oermoeder als context, is het leven weer zoals het bedoeld is. Vrouwen ontlenen een identiteit aan Haar, terwijl mannen hun dienstbaarheid (aan het leven) kunnen ontwikkelen. Beiden worden in hun bestaan bevestigd. Het beste in beiden komt naar boven. Vrouwelijke waarden worden daarbij centraal gesteld. Zodat vrouwen hun zelfvertrouwen kunnen herwinnen. Zij plaatst zichzelf daar, waar zij vanoudsher haar plek heeft: in het midden. Met de zelfverzekerdheid van een godin kent zij haar kwaliteiten. Zij is opnieuw prachtig, natuurlijk, vol leven(slust) en stralend mooi. De „strijd om weer de zon te zijn" (Chung Hyun Kyung) is gestreden. NB. In het Duits is de zon - die Sonne - nog steeds vrouwelijk, hetgeen uniek is in het Westers taalgebied.

23. Dit moet nu worden doorgetrokken naar de samenleving. Als de vrouw (moeder) zich identificeert met het leven - en in de praktijk ook overeenkomstige taken heeft: kinderen baren, opvoeding, managen van het gezin, voeding en gezondheid, netwerken, plus dan vaak ook nog die baan - dan is het niet meer dan rechtvaardig, dat vrouwen overeenkomstige politieke macht verkrijgen. Het misverstand tegenwoordig is, dat "gemeenschap" en "maatschappij" als synoniem worden gezien. Deze vergissing heeft reeds tot veel leed geleid. Immers, wanneer vrouwen maatschappelijke ambities hebben - hetgeen buitengewoon belangrijk is - dan hebben ze (bijna) geen andere keus dan aan de patriarchale rat race mee te doen. Waar ze vervolgens (terecht) op afknappen. Dat is de reden waarom in Nederland (zie elders het artikel van de Volkskrant) vrouwen alleen parttime baantjes nemen. Wij zijn echter grote voorstander van vrouwenparticipatie. Om dat mogelijk te maken zal eerst een "umdenken" noodzakelijk zijn. Eerst moet duidelijk gemaakt worden, dat "gemeenschap" heel iets anders is als "de maatschappij". De laatste bestaat uit de verwevenheid van "wetenschap, technologie, economie, media en staat" (WTK-complex: prof. dr. E.Vermeersch). Dit complex is verantwoordelijk voor de toenemende commercialisering van de gehele maatschappij. Het wordt geregeerd door winst, "vooruitgang", expansie, macht, controle en uitbuiting. Tegenover dit complex ("kankergezwel") staat de gemeenschap. Het bestaat uit de "laagsgewijze" opbouw van individuen, gezinnen, groepen, straten, wijken, gemeenten, provincies en het land.

24. In de laatste eeuwen heeft de staat de politieke zelfbestemmingsrecht van de gemeenschap doelbewust vernietigd. Zo kon het alle macht aan zich trekken. Het gevolg is een maatschappij die bestaat uit een hierarchisch machtsapparaat aan de ene kant en een ongestructureerde massa aan de andere kant. Deze tegenstelling is de laatste decennia op de spits gedreven, niet in de laatste plaats door het kapitalisme, dat niets ontziend de samenleving verder demoraliseert en uit elkaar drijft. Aan vijf singles verkoop je immers meer (het vijfvoudige) dan aan een gezin van vijf. Het huidige materialisme en individualisme zijn voornamelijk op zijn rekening te schrijven. Om verdere desintegratie te voorkomen, moet de samenleving zijn structuur terugkrijgen. Dit kan alleen doordat de gemeenschap opnieuw zijn centrale plaats inneemt. Het moet de macht die haar ooit was afgenomen terugeisen. Ik noem dit de "Zelfsoevereine samenleving". Het houdt in, dat de gemeenschap politieke beslissingsbevoegdheid krijgt. De gemeenschap beslist zelf over die zaken die haarzelf aangaan. Dit wordt "subsidiariteit" genoemd.* Nader uitgewerkt wil dat zeggen, dat het individu beslist over dingen die hem/haarzelf aangaan. Dingen die hij/zij niet aankan worden gedelegeerd naar het gezin. Het gezin beslist over die dingen diie hetzelf aangaan. Dingen die het niet aankan worden gedelegeerd naar de straat(gemeenschap). De straat beslist over dingen die haarzelf aangaan. Die die zij niet aankan worden gedelegeerd naar de wijk etc.etc.* Het wonder is dit. Vanaf het moment dat verantwoordelijkheid c.q. beslissingsbevoegdheid terugkomt in de handen van de (laagsgewijze, organisch georganiseerde) gemeenschap, worden "automatisch" een groot aantal van de huidige euvels teruggedrongen. Veiligheid, mondigheid, samenwerking, wederzijdse hulp, tolerantie, multi-cultureel begrip, gezondheidszorg, zorg voor de ouderen, milieubescherming etc. zullen alle enorm verbeteren. Het is hier, dat voor de vrouwen een nieuwe taak is weggelegd. De "gemeenschapsopbouw nieuwe stijl" past optimaal bij hun talenten. Het doet in niets onder voor de mogelijkheden van de "grote" maatschappij. Visie, verantwoordelijkheid, management, carrièrekansen, zorg, beleid, financiën, omgaan met macht, samenwerking, op alle gebied kunnnen zij hun vleugels uitslaan***.   

* Zoals bekend een van de grondbeginselen van de EU.
** Breng het parlement naar de straat, wijk etc.  
*** Voor de politieke uitwerking van deze uitgangspunten, zie "Transformatiemanifest voor de 21e eeuw"

25. Alle patriarchale religies hebben ieder op hun eigen wijze de Grote Moeder naar de achtergrond gedreven c.q. onschadelijk gemaakt. Ofschoon Lao-tse nog van de Moeder spreekt als de Oorsprong aller dingen, wordt met het begrip Tao het belevingsaspect geneutraliseerd. In het Hindoeïsme is weliswaar de werking van de Oermoeder overeind gebleven - in de universele wet van vernietiging, bestendigheid en geboorte - maar de Moeder zelf werd als de godin Kali een plaats toegewezen temidden van alle andere goden en godinnen. Het Jodendom lijkt zijn Oorsprong wel het meest vergeten te hebben. Toch is het ook daar herkenbaar gebleven. Bijvoorbeeld betekent "In het begin" (B'Rashith) in het hebreeuws "oorsprong" of "baarmoeder". Ook de Ark van het Verbond zou het symbool van de baarmoeder zijn. In het Boeddhisme werd de Moeder geneutraliseerd tot het begrip Nirvana. In het chinese Volksboeddhisme echter, te onderscheiden van het monastieke Boeddhisme, leeft de Grote Moeder nog altijd voort als Oergrond van het bestaan: Wu Sheng Lao Mu (de Eeuwige Moeder)*, maar is door het officiële Boeddhisme tegelijkertijd gedegradeerd tot Kuan Yin, een godin. In het Christendom is de relatie nog het meest zichtbaar gebleven. Daar heet het immers dat Maria de "Moeder van God" is. In plaats van degradatie naar een wereldse "vleselijke" moeder, moet het eerste echter vooral letterlijk genomen worden. Dan krijgt "Maria Toevlucht" opeens zijn nomineuze en oorspronkelijke betekenis en belevingskwaliteit terug. In de Islam tenslotte is de Grote Moeder terug te vinden in het symbool van de Ka'aba, in Al-Sayyida Zaynab, de kleindochter van de profeet als de onofficiële godin, de Grote Nacht zoals die jaarlijks in Egypte gevierd wordt en eigenlijk in de onderdrukking van de vrouw als zodanig.    

Zie:" Great Mother Buddhism"

26. Waar mannen en vrouwen zichzelf en elkaar als twee-eenheid verstaan en ervaren, in gezamenlijke verering tot de Almoeder, is de eerste stap naar heelwording van de aarde gezet. Je hebt het geheim van de opwaartse spiraal ontdekt, de wijze waarop je jezelf kunt (re)genereren. Relaties die vastzitten komen zo weer in beweging, samen en met behulp van de Moeder klauter je weer uit het dal. Je ziet, dat de kwaliteiten van het leven en die van het Zijn aanvullend, zinvol, noodzakelijk en uiteindelijk ook vruchtbaar zijn. Iedere variant van relatie heeft er zijn plaats. De polariteiten zijn immers flexibel. Ook homo’s en lesbiennes kunnen zich erin vinden. Het gaat immers om de verhouding mannelijkheid en vrouwelijkheid in een ieder. Ieder mens heeft zijn accenten, welke sexuele orientatie je ook toegedaan bent. Als je elkaars kwaliteiten (weer) kunt zien en waarderen, ja meer nog, beseffen dat deze voor de dynamiek van het leven doorslaggevend zijn, dan ga je deze in de ander stimuleren in plaats van afbreken. Hoe meer je de andere pool de ruimte geeft, des te groter de ruimte voor die van jezelf zal zijn. Mannen ondersteunen de pogingen van hun vrouwen om vrouwelijke waarden hun rechtmatige plaats terug te geven. 

27. Als je ervaart, dat alles wat je geeft weer bij je terugkomt (zonder dat je het daar specifiek op aanlegt, uiteraard), dan is het fantastisch te zien, hoe het geheel er wel bij vaart. Vrouwen bedenken zich misschien dan nog om hun mannen geheel en al te dumpen, het omgekeerde mag ook waar zijn. Bewuste vrouwen hebben wedergeboren mannen nodig en andersom, met „minder" gaat niet meer. Laat je vrouw daarom een godin zijn, geef haar alles terug wat het patriarchaat haar afgenomen heeft, vereer haar, en haar negativiteit smelt als sneeuw voor de zon. Geen „gezeur, getreiter of manipulaties" meer, maar in plaats daarvan diepe solidariteit te mogen ervaren, dat zijn de ontroerendste omslagpunten in de relatie. De man neemt daartoe het initiatief. Hij moet laten merken, dat het hem ernst is. Hij vertegenwoordigt - idealiter! - immers de Zijnskant van het leven, de kant die het leven ondersteunt, beschermt, het kader schept en dus mogelijk maakt. Dan durft zij weer vertrouwen te krijgen in de mannelijke eigenschappen, ziende hoe positief deze kunnen zijn. Alleen dan krijg je de bewondering terug, waar je al zo lang naar verlangde. Zij zal je steunen in je pogen - ook op grotere schaal - dienstbaar te zijn, terwille van het leven en bereid zijn hiervoor offers te brengen. Het sluitstuk is de Grote Moeder. Zij garandeert de vernietiging van extremen naar beide kanten, de bestendigheid van het leven en zijn voortdurende vernieuwing. Vrouwen die een - door het patriarchaat - gedwongen dominante rol spelen, kunnen hun artificiële kant in overgave aan Haar teruggeven. De destructieve kant van de Grote Moeder, dat wat alle levensvijandige structuren afbreekt, kan hier wonderen verrichten. Ook vrouwen, die denken naast een „leuke zelfstandige baan"...een toch heel gelijkwaardige relatie te hebben, zijn onderdeel van het patriarchaat, van een systeem dat, gebaseerd op uit de hand gelopen mannelijke waarden in ijltempo onze prachtige planeet verder vernietigt. Dus hoe meer mensen op korte termijn uit het patriarchaat weten uit te breken, des te beter dit is. Het Geheel is je er dankbaar voor.

28. In tegenstelling tot met wat misschien gedacht wordt, betekent de Grote Moeder als Laatste Werkelijkheid geenszins, dat de man zich met vrouwelijke kwaliteiten zou moeten identificeren (evenmin als de vrouw met mannelijke...). Het gaat er helemaal niet om, dat de man vervrouwelijkt, even "emotioneel intelligent, fijn-aanvoelend, communicatief en verzorgend wordt" als de vrouw. Het gaat om heel iets anders.      

Home

© 2000 Copyright by Han Marie Stiekema
Last update: 11/05/07