Hoofdstuk 12
EPILOOG
 

Inhoud

1. VOORWOORD

2. INTRODUCTIE

3. MIJN JEUGD
Het begin
De school
Arts voor natuurgenees-

kunde

4. AAN GENE ZIJDE
De Grote Ervaringen/Tien jaar
ononderbroken gelukzaligheid
Profetie
Een droom
GraalsVisioen
De Drieëenheid
Appendix
Mijn innerlijke vrouw
Vrijend vrij...Tantra
De Meester
OPENBARING VAN
DE GROTE MOEDER
HET ABSOLUTE NIETS
HET GROTE LICHT
HET GROTE STERVEN/
DE ONDERWERELD
Commentaar
Voortzetting
De Ultieme Sutra
Voortzetting
Amsterdam, augustus 1980
Dansen
Kundalini
Stille kracht
Volgende
Niets Is/De Cyclus voltooid

5. DE ULTIEME SOETRA

6. DONKERE NACHT VAN
DE ZIEL

Vijftien jaar vallen en opstaan
Verlatenheid
Zelfbetrokkenheid
Afgunst/Jaloerse monologen
De Tegenstrever
Loutering
Identiteit
Kennemerduinen 1990
Japan en HongKong
MeiMei
Ontsnapt uit de hel van
de toekomst
Brazilië
Laatste beproeving

7. DE HEILIGE VALLEI
("Dalrede")
De Afdaling
De Diepte
De Terugkeer

8. MIJN LEVENSMYTHE
Terugkijkend
Mededogen
Vernieuwing
Schoonheid

9. HEALING THE PLANET
Te Beginnen bij jezelf
Weeklacht
De Universele Weg
Soeverein Leven
De 7 Stappen

10. DE GROTE MOEDER
(Her)ontdekking
Teresa van Avila
Een Wonder/PilgrimCare
Erkentelijkheid

11. KEER OMME
Grote Moeder Hymne

12. EPILOOG
Ter beschikking staan
"Evaluatie"

Het Groene Gras

OVER DIT BOEK

 

Ter beschikking staan

De dwaasheid van spiritualiteit en religie is, dat wat als „God" wordt verstaan uiteindelijk even „onwerkelijk" is als de illusoire wereld van de zichtbare dingen. Daarmee bedoel ik niet alleen het begrip „god" gevormd door het verstand, zoals in de kerken gedurende alle eeuwen eindeloos is gecultiveerd, maar spreek ik over het Uiteindelijke, de Werkelijkheid-Zelf als Mystieke Ervaring en Realisatie. Hoewel deze Ervaring al het betrekkelijke, zoals we dat kennen, overstijgt, is ook Deze-Zelf uiteindelijk Niet-Uiteindelijk. De aard van Dit Betrekkelijke is niet, dat zij voorbijgaat, zoals de onophoudelijke stroom van onze gedachten, emoties en verlangens, maar die van volmaakte Doorzichtigheid, Transparantie en Niet-Zijnde Zijn (of Zijnde Niet-Zijn). Wordt de Ervaring in de „beginstadia" nog gekenmerkt door de stralende lichtsubstantie van het Goddelijke, in de uiteindelijke Realisatie blijkt ieder Licht, iedere „substantie" totaal afwezig. Deze Volmaakte Transparantie is de „hoogste" Toestand die in dit leven kan worden gerealiseerd. Het ik lost dus op in het Licht (niet-ik, Zijn), het Licht in de Transparantie (pure Zijn), terwijl de Transparantie in het Absolute Niets (Niet-Zijn) verdwijnt. Het Uiteindelijke is echter het „Zwarte Gat", de Duisternis, het Grote Vacuüm, de „Eeuwige Moeder", de Bodemloosheid van het Bestaan, waar alles in hetzelfde Moment in terugkeert en voortkomt. De Ontoestand waarin alles uitgewist is. Ten opzichte van het Laatste is ieder „voorafgaand stadium" dus relatief, terwijl zij tegelijkertijd ook volmaakt in ZichZelf Zijn. „God" bestaat dus, maar Het is niet de Laatste Werkelijkheid. Je met een van deze „stadia" vereenzelvigen - dus ook met Verlichting - is identificatie. Meestal zit daar „ego" achter. 

In werkelijkheid is het leven discontinu, het „springt" van de ene Werkelijkheid naar de ander. Om Heel het Leven te leven, houd je je dus niet vast aan een van die Werkelijkheden - hoe volmaakt in ZichZelf dan ook - maar leef je het leven Zoals Het Is (of Niet-Is), zoals het Zich (in je) openbaart. Het „Duister is je dan bijvoorbeeld Licht genoeg" (Johannes van het Kruis). De vertikale Dimensie, het Hier en Nu, leven in het Moment is daarbij de (enige) Opening. Het is „de poort naar de Hemel". Het gaat gepaard met een bulderend gelach, immers iedere identiteit, ook die van stralende Goddelijkheid is Erin verdwenen. De Grote Moeder is de Ultieme Bodemloosheid waar alles zonder uitzondering in verdwijnt en opnieuw geboren wordt. Geef je je aan Haar over, dan ben je zelf Niets en er bevindt zich niets meer tussen deze Toestand - je Echte Werkelijke Zelf - en de dingen om je heen. De hoogste trap van Verwerkelijking is daarom „Het Is Zoals Het Is", het leven leven zonder daar zelf iets aan toe te willen voegen. Zelfs het verlangen „bewust te willen zijn of in het Moment te willen leven" is reeds kunstmatig. Je legt daarbij jezelf iets op. Het leven is daarentegen als een bloem. In de ochtend gaat zij open, in de avond sluit zij zich weer. Zij is één met het leven.

Dit is de paradox: juist omdat je ten Diepste vrij bent, leef je het leven niet alleen Zoals Het Is, maar kun je je met alles verbinden. Aangezien het Zelf het Zelf is van al-wat-leeft, staat jeZelf-zijn gelijk met verbondenheid. Niets wordt daarbij buitengesloten. "Net als in de tijd voor het begin van je innerlijke Weg" is alles transparant, het allerdaagse het enige dat er is. Met een verschil: Alles is „gewoon", op geen enkele manier anders of „getransformeerd" - alles is zoals het is - maar het gewone heeft op uiterst subtiele manier een toegevoegde waarde, kwaliteit gekregen: „het gras is groener". Het is "jouw" bewustzijnstoestand, jouw klaardoorgankelijke helderheid die alles nieuw maakt. Het is te vergelijken met wanneer je simpelweg Wakker bent. Deze Toestand is de Oorspronkelijke Ware Natuur van al-dat leeft: mensen, dieren, planten, de aarde en de gehele kosmos. Terwijl de Natuur er permanent in leeft zonder het te beseffen, kunnen mensen hun Ware Natuur verwerkelijken. Ontelbare mensen, „gewone" en heiligen, dwazen en wijzen, vrouwen en mannen, hebben voortdurend en ononderbroken de verschillende kwaliteiten van Realisatie ervaren. Het is niet alleen in potentie, maar ook in Zijn Verwerkelijking het Spirituele Erfgoed van de gehele mensheid, gedurende alle tijden, in alle culturen. Niemand kan daarom het „octrooi" (ik ben „de enige", de „eerste", de „grootste") opeisen, degene die dat wel doet, hoe indrukwekkend zijn gerealiseerde Staat dan ook, maakt zich in het Oog van de Werkelijkheid oneindig belachelijk.

Toppunt van Verlichting: Alles is zoals het is, niets uitgezonderd

Ieder wordt geboren als gewoon - Goddelijk - en buitengewoon - het ik - tegelijkertijd. Gewoon-zijn is deelhebben aan de Essentie die al het leven doortrekt en tegelijkertijd aan Gene Zijde Is. Elk levend wezen is een kind van „Hemel en aarde", een aardse manifestatie van de onderliggende Onkenbare Waarheid. Alleen omdat jij Verlicht bent, ben ik het ook. Wij hebben allen, zonder uitzondering, deel aan het Eeuwige. Uit deze Onnaspeurlijke Diepte voortgekomen, maar zonder het te beseffen is een ieder een „gezondene". Gezonden-worden ligt in het verlengde van voortkomen-uit en uiteindelijk dus geboren-worden. Het besef hiervan is afhankelijk van je bewustzijn: ben je met jezelf (je kleine ik) geidentificeerd, dan ben je hier gewoon voor jezelf (bijvoorbeeld „om gelukkig te zijn"); weet je jeZelf echter deel van het Geheel, ja uiteindelijk het Geheel-Zelf, dan herinterpreteer je later je geboorte als hebbende plaatsgevonden in de context van dat grotere Geheel (hetgeen natuurlijk altijd zo is), waaraan je vervolgens dienstbaar wilt zijn.

Aangezien ook na de meest vol-ledige Verlichting het ego vroeger of later terugkomt*, is het gevaar groot, dat het zich opnieuw identificeert. Sta jij in dienst van de spiritualiteit, of staat de spiritualiteit in dienst van jou, dat id de vraag. Doordat zij de Grote Opening hebben ervaren, worden sommigen bovendien nog eens met heftige onverwerkte (archetypische) emotionele complexen uit het collectief onbewuste geconfronteerd. Licht slaat dan plotseling om in duisternis. Dit wordt in de traditie de "Donkere Nacht van de Ziel" genoemd. Bij mij duurde zij vijftien jaar....Het onderstreept de noodzaak van aanvullende integratie (therapie). Wordt dit achterwege gelaten, dan kan het zijn, dat deze negatieve complexen je leven tot het eind blijven domineren. De enige uitkomst is vaak, dat je erkent "dat je het zelf niet kunt oplossen".  Het dwingt je terug naar af te gaan, te erkennen, dat je zelf - ondanks je Verlichting - geen God kunt spelen. Ook Verlichten blijken dan verlossing nodig te hebben. Daarom weet ik mij oneindig begenadigd, dat ik in het moment van grootste crisis de Moeder heb mogen ontdekken. Niet Zelfrealisatie, maar Overgave blijkt de uiteindelijke bevrijding te zijn.

* Een feit, dat vaak wordt ontkend.....

Niemand kiest er echter zelf voor (zoals sommigen beweren) om „als mens geboren te worden", aangezien zelfs de Onkenbare Diepte niet kiest, ja zelfs niet kan kiezen. In de Uiteindelijke Vergetelheid bestaat helemaal geen individueel zelf, alle identiteit is Erin opgelost. Beide - het oplossen en (dus) niet kunnen kiezen - kun je zelf hier en nu ervaren, in meditatie bijvoorbeeld. Door de volmaakte rust en vrede van het ware Zelf - slechts de eerste „stap" naar Uiteindelijke Realisatie - valt op dit „lage" niveau het vermogen tot keuze reeds weg. Het Zelf - waarin de identiteit van je kleine ik is opgelost! - kan niet alleen niet kiezen - niet voor niets zeg je als het erop aankomt „ik had geen keus" - maar ook datgene waarvoor gekozen moeten worden (de objecten in je geest) blijkt te zijn verdwenen. In de Eeuwigheid is alle identiteit opgelost. J ben een met het Ene. Krishnamurti noemt de „choiceless awareness" dan ook het kenmerk van een ontwaakte geest. Conclusie: als het Uiteindelijke al niet gekozen heeft om je geboren te laten worden, ben je het zeker niet „zelf" die dit had kunnen bewerkstelligen. Het beste „bewijs" dat je hier niet uit eigen keuze, maar uit „Puur Toeval" - dus niet door "persoonlijke" interventie, maar op uiterst natuurlijke wijze - geboorte uit het Niets -  (je leven als geschenk) op deze aarde bent gekomen, is wel de Onschuld waarmee je als baby wordt geboren. Er zit geen bedoeling achter (...). Het is de Essentie van de vertedering die je voor een pasgeborene voelt. Zou je door je eigen keuze geboren worden, zou er door je „doelgerichtheid" zeker geen „onschuld" in je aanwezig zijn.

* Dit als tegenstelling tot bepaalde "karma" theorieën, die zeggen, dat je het zelf bent, die beslist om opnieuw geboren te worden.

Wordt wat je Bent: Geïncarneerde Eeuwigheid

Voortdurend juicht Het in mij: Ik Weet. Het is de triomf inherent aan het Verlicht-zijn. Ik heb het Leven in al zijn Dimensies doorgrond. Het komt uit op het Absolute Niets, het Onkenbare, daar waar Niets Is, het Mysterie van het leven. Door overgave aan de Moeder schenkt Zij mij haar Goddelijk Lichtlichaam. Hetgeen reden voor voortdurende dankbaarheid, verwondering en vreugde is. Door Haar vertegenwoordig Ik het Wezenlijke in zijn puurste vorm, dusdanig, dat Ik en het Geheel één zijn. Vanaf de allereerste fractie, dat ik mij het Uiteindelijke „herinner" - besef - actualiseert het zich. Ik heb mijn ademhaling niet meer nodig om Het te realiseren. Ongelooflijke vreugde neemt keer op keer weer bezit van mij. De subtiliteit, de frisheid en de doorgankelijkheid is niet te beschrijven. Het is niet van mij, vandaar dat ik Het met alles en iedereen delen wil. Maar hoevelen stonden daar in die 30 jaar werkelijk voor open? Doordat niemand Het wilde ontvangen, werd ik noodgedwongen op mijzelf teruggeworpen. Voor het eerst accepteerde ik daardoor het feit, dat ik dit mocht ontvangen, dat dit een „persoonlijk" geschenk was. Het was altijd „onpersoonlijk" geweest - wat natuurlijk ook zo is - niet iets dat ik bezat of bezitten mocht. Hetgeen zeker ook met mijn „onvermogen tot ontvangen" te maken had. En de paradox was dit: pas nadat ik mij toestond te verheugen over het geschenk - dat kennelijk helemaal voor mij alleen was - was mijn dankbaarheid overeenkomstig. Onvoorstelbaar, dat mij Dit overkomen mocht. Mijn leven is daardoor één groot loflied (aan de Moeder) geworden.

Dat de leerschool hard was, is hier wel duidelijk geworden. Het niet gezien worden, was voor mij het pijnlijkst. Immers, de Uiteindelijke Staat is zó transparant, dat niemand Het opmerkt. Mijn behoefte herkend te worden is daarom duizenden malen gefrustreerd geweest. Bevestiging door en weerklank met andere mensen, daar waar ik zo’n enorme behoefte aan had, was uiterst zeldzaam. Ik werd daarbij zo pijnlijk op Mijzelf teruggeworpen, dat ik „het alleen met Het moest doen". Het maakt Mij nu niet meer uit. Overal waar Ik Ben is het goed, met of zonder mensen. Voor mijn eigen geluk heb ik geen cliënten, toehoorders of volgelingen nodig. Ik ben nu dienaar van de Grote Moeder. Er eenvoudigweg Zijn is beschikbaarheid. De afhankelijkheid ten opzichte van mijn omgeving is weggevallen. Ik durf nu mijn Oorspronkelijk Gezicht te laten zien. Het moet eerst tot een punt komen, dat je niets meer doet om mensen aan te trekken, dat het je niets kan schelen, of er überhaupt iemand op je Pad komt. Ja, Ik Ben er dus wel voor alles en iedereen, maar alleen wanneer Ik geroepen word. Het Onzichtbare manifesteert Zich alleen, mits Het wordt aangesproken. Wil het actief worden, moet „de vraag" worden gesteld. Zonder jouw vraag en ontvankelijkheid is er geen impuls, ben Ik met stomheid geslagen, komt er niets uit Mij, kan ik niet spreken over de vreugde van de Oorspronkelijke Onschuld, de Essentie van al-wat-leeft.

De zin van Verlichting is de wedergeboorte in de wereld

"Evaluatie"

De reden om een spirituele autobiografie te schrijven? Ik ben het bij mijzelf nagegaan en kom tot de conclusie, dat de belangrijkste reden wel is het diepgewortelde besef, dat mijn inzichten ervaringen niet van mij zijn. Hoe kan ik dat verder verduidelijken? Laat ik van de Ervaring Zelf uitgaan. De essentie daarvan is misschien wel, dat als Het er is, je er niet meer bent. In de Oneindige Tijdeloosheid is alle persoonlijke identiteit weggevloeid, er is geen omgrensd ik of Zelf meer. Er is niemand over om de Ervaring te bevatten. In plaats van dat de Ervaring in jou plaatsvindt, ga jij op in de Ervaring. De Ervaring is dus niet iets dat van jou is....integendeel, jij behoort tot de de Ervaring. Maar niet alleen jij of ik, alles deelt in het Goddelijke, alles en iedereen is er in opgenomen, of je dat nu ervaren hebt of niet. Het Oneindig Tijdeloze is de Essentie van al wat bestaat. Het is de Oergrond waar alles uit voortkomt. Al wat bestaat maakt er deel van uit. Het is daarom onmogelijk om Het als een deel van jezelf te zien. Het is omgekeerd: jij bent deel van het Geheel, net als al het andere dat is. Daarom: als het Geheel Zich aan iemand heeft geopenbaard, openbaart Het Zich aan een ieder. Het behoort allen toe. Alles en iedereen deelt erin, vandaar mijn innerlijk gevoelde noodzaak Het te delen, Het naar iedereen te laten overvloeien. Ik kan het daarom niet voor mijzelf houden.

Het tweede dat ik graag wil opmerken is, dat deze Gelukzalige Toestand dus een ieder ten deel kan vallen. In feite is Het ononderbroken in alles en iedereen aanwezig. Je hebt er al voortdurend deel aan zonder Het te beseffen. Daar waar het om gaat is er dus al, dat is niet zozeer het probleem. Het probleem is veel meer je er bewust voor open te gaan stellen. Omdat je erin ingebed bent, is het dichter bij je dan je eigen huid, dat bewust te beseffen, daar gaat het om. Dat is dus ontzettend hoopvol. Omdat Het ook niet Iets is, dat uitsluitend aan sommige bevoorrechte individuen voorbehouden is. Integendeel, de Ervaring is het meest Wezenlijke van ieder van ons. Het is het erfgoed van ons allen. En het is ook niet zo, dat Het voorbehouden is geweest aan enkele historische figuren, personen die daarna jammergenoeg op zulke voetstukken zijn geplaatst, dat hele generaties daarna er zo door verblind waren, dusdanig dat zij vergaten Het zelf te verwerkelijken. Er vindt daarentegen een voortdurende openbaring plaats. Een ieder zonder uitzondering kan deze genade ontvangen. Het wordt dus tijd dat wij zelf de dragers van vernieuwing worden. Onze kritieke tijd schreeuwt erom.

Ja, zeggen sommigen, alles goed en wel, maar hoe voel je je nu zo elke dag? Antwoord: normaal. Alles is zoals het is. Het leven - de eenheid - een loflied op de verscheidenheid. Het Ultieme is zo transparant, dat er geen verschil is tussen Het en het dagelijks leven. De uiteindelijke Verwerkelijking is terugkeer naar het leven van alledag: naar de "marketplace". Uiteindelijk blijkt de boom weer de boom te zijn. Claimt iemand dus nog een bepaald "niveau", dan is hij of zij in het proces blijven steken. Het is in tegenspraak met de essentie van de spirituele Weg: namelijk dat het Uiteindelijke zó transparant is, dat Het geen "eigen substantie" meer heeft. De Uiteindelijke Realisatie is, dat er niets meer zit tussen "jou" en de zichtbare werkelijkheid. Alles blijkt "één grote grap" te zijn. Na je goddelijke vlucht ben je weer op je pootjes terechtgekomen. Wat er "over is" is zó subtiel, dat het door "gewone stervelingen" niet wordt opgemerkt. Vandaar dat men in sommige tradities zegt: "De Ware laat geen sporen na".  Hij of zij staat naast je in de tram en je ziet cq voelt Het niet. Zo moet je er rekening mee houden, dat ieder mens een Boeddha zijn kan (is).

Er is altijd een glimlach in mijn hart. Als ik op de fiets zit, dan schater ik het vaak uit. Het dagelijks leven is totaal vervullend; ik heb niets nodig om gelukkig te zijn. Zonder onderscheid laat ik alles in mijzelf toe. De meest onnozele dingen. Onderscheid tusen "positief" en "negatief" maak ik niet. Alles is bewust in mijn eigen ruimte. Nooit probeer ik een bepaalde bewustzijnstoestand te forceren. Ik lach om mijn eigen dwaasheden. Ik ben dankbaar voor alles wat gebeurt, met nooit aflatende verwondering over de dingen die ik al ken; elke stap de eerste. Schijnt de zon: fantastisch, regent het: even goed. De heldere aanwezigheid tovert alles in schoonheid om. MijZelf in verbondenheid: alles in één en dezelfde ruimte, in het besef dat Ik Ben, voel ik mij fris en altijd nieuw; onbevangen en zonder oordeel, overal vrij van, alles omvattend. Elke dag werk ik aan mijn opdracht; rustend in het Ene kom ik nergens vandaan en ga nergens naartoe. Er is voortdurend vreugde om niets. Ik stel geen eisen aan het leven, dankbaar voor alle kleine dingen, hou ik van alles zonder onderscheid: van de merel in het gras, de moeder met haar kinderen, de koopman die zijn waar aanprijst, de vallende bladeren in het plantsoen tot de jonge gepierste vrouw. Ik zie de samenhang der dingen en vraag vergiffenis voor elk klein vergrijp...

Mijn passie is te delen. Je aanspreken in je hart, zodat de vonk kan overspringen. Je weet dat wij met zijn allen op een keerpunt staan. We staan met de rug tegen de muur. Alle bekende wegen zijn geprobeerd en helpen niet meer. Alleen een sprong in een andere dimensie kan ons redden. Ik ben hier om je daarbij de hand te reiken. Mijn werk is een gids dat je veilig en trefzeker uit het labyrinth kan voeren. Daarom roep ik het "ontwaakt!" naar een ieder die het horen wil. Mijn ambitie dient het grote geheel. In zulke ogenblikken word ik onmiddellijk herinnerd aan mijn visioen. Het visioen helpt mij te zien, waar het in het leven uiteindelijk om gaat: "streef naar Verlichting, herstructureer je leven en dien de ander". Het houdt mij voor alles uit te schenken, zonder voorbehoud, zonder er iets mee te willen, zonder een door mijzelf bedachte doelstelling, zonder op resultaat uit te zijn. Daarom herhaal ik hier, niet in de laatste plaats voor mijzelf, dat alles wat ik geschreven heb slechts aanreikingen zijn. Er zit geen andere bedoeling achter dan onbaatzuchtig delen. Voor mij is dat de allergrootste vreugde. Of je iets aanneemt ligt geheel aan jezelf. Nu is echter het juiste moment. En: "Ontwaken is het eenvoudigste wat er is".

Het Groene Gras

Als ik nu om mij heen kijk, het frisse groene gras aan mijn voeten, de bosjes van pas ontloken kaphout om mij heen, het stil-heldere water in de avondzon, dan ben ik stil van zoveel schoonheid. Alles ademt een simpele aanwezigheid die overweldigend is. Open als ik ben voor de stilte, de lucht, het water en de bonte mengeling van al die verschillende vogelgeluiden. Ademloos kijk ik naar een uil die geruisloos als uit het niets voorbijvliegt, schommelend over de rietzoom. Vóór mij zwermen muggen, die wriemelend in torens hoog boven de bosjes en het water krioelen. En er achter de opkomende nevel boven de sloten, de koeien nog slechts gedeeltelijk zichtbaar. Alles ademt zo'n frisheid, zo'n helderheid, een aanwezigheid die alles doordringt.

Dit land is van zo'n onuitsprekelijke schoonheid, dat het nauwelijks te vatten is. Ik zit hier op mijn boot en kijk naar de ondergaande zon. Een meesterwerk, dat zoals nu, elke keer uniek en in dezelfde vorm nooit meer herhaald zal worden. De gouden weerglans in het water komt helemaal tot voor aan de boot. Het is al laat, tien uur, en hoewel vroeg in het jaar is het aangenaam buiten te zijn. Een eend vraagt al enige tijd mijn aandacht, mekkert en blijft in een klein kringetje rondzwemmen. Ik praat met hem, geef wat brood, hij kwekt verder en sluit af en toe vertrouwensvol zijn ogen. Het leven, zo besef ik hier is zo rijk en vol, ik voel en weet mij er deel van, ik ben het zelf. Het is een bron die voortdurend overloopt. Nooit kan ik hiervoor dankbaar genoeg zijn.

nu loop ik door de straat
ongesluierd
alles heeft iets meer en
ik heb iets minder

het meer
dat alles al had
het minder
dat ik nooit bezat

de innerlijke leegte die
van aangezicht tot aangezicht
het oog van de wereld
doet oplichten

Terug

© 1999 Copyright by Han M. Stiekema. Alle rechten voorbehouden.
Last update:09/06/07