Hoofdstuk 6
Overleven
 

Inhoud

Voorwoord

1.
Het Ontredderde
Westen

2.
Variaties op Eenzelfde Thema:
Politieke Filosofie van Plato tot Bodin

3.
De Nieuwe Unie:
Historische

Achtergronden

4.
De Natuurlijke Socio-Politieke Orde volgens Johannes
Althusius

5.
Het Koninkrijk van Hemel en aarde

6.
Overleven

7.
De "Individuele" Strategie/Het Grote Leerproces

8.
De Collectieve Strategie

9.
De Europese Unie der Autonome Regio’s

10.
Vraag & Antwoord

11.
Literatuur

A.
Report van het WWF

B.
Burgers van de 21e eeuw

C.
De Europese Unie der Autonome Regio's

1. Met betrekking tot het overleven klinken in de media voortdurend de meest controversiële meningen, interpretaties en conclusies door. Zo kan het zijn, dat de een kan beweren „dat het nog nooit zo goed is geweest" met het milieu, terwijl de ander „zeker weet" dat het op een catastrofe zal uitlopen. Het is niet zozeer lichtzinnigheid die men vertegenwoordigers van deze richtingen kan verwijten - ieder van de twee richtingen voert vaak een indrukwekkende bewijsvoering aan - maar eerder bevooroordeeldheid. Door verschillende oorzaken en factoren (persoonlijke, ingehuurd-zijn) is de conclusie (bijvoorbeeld: „het gaat mis") reeds voorhanden, waar dan vervolgens en alsnog geprobeerd wordt de bewijzen ervoor te vinden.

2. „Tegengas" wordt er vooral door de wetenschap gegeven. Zij vinden bovengenoemde standpunten „ongenuanceerd". Keer op keer wordt er gezegd, dat „wij nog zo weinig weten", dat „er nog zoveel schakels ontbreken" of dat „er nog zoveel meer onderzoek" gedaan moet worden, voordat er echt conclusies gedaan kunnen worden. De indruk die de wetenschap wekt is dat zij, door haar manier van aanpak, de juiste instantie, ja de hoogste autoriteit is voor het doen van werkelijk ter zake doende uitspraken. Dat veel wetenschappelijk onderzoek grote waarde heeft voor het zicht krijgen op veel huidige problemen hoeft niet te worden betwijfeld. Dat betekent echter niet, dat zij - als het om het geheel gaat - ook altijd de juiste conclusies trekt.

3. Het eerste nadeel is dat wetenschappelijk onderzoek opgesplitst is in verschillende zelfstandig van elkaar opererende disciplines. Dat betekent, dat men wel alles weet van bijvoorbeeld „het broeikaseffect", maar niet over de interactie van het broeikaseffect met een aantal andere even belangrijke factoren. En om dat laatste gaat het natuurlijk. Gebeurtenissen worden altijd bepaald door het bij elkaar komen van een aantal - vaak zeer verschillende - factoren. Voorbeelden voor deze stelling zijn er in overvloed. In het menselijk lichaam is kanker nooit het gevolg van een oorzaak, ondanks de propaganda die ons dat wel probeert te laten geloven. Voor de „gewone" vormen van kanker geldt, dat zij het resultaat zijn van de inwerking van een (groot) aantal factoren over een lang tijdsbestek. Daarbij spelen voeding, deficienties, (zelf)vergiftiging (met als gevolg o.a. DNA beschadiging), storingsvelden (bijvoorbeeld uit het gebit), (electro)stress, zuurstoftekort van de cellen, doorbloedingsstoornissen en oververzuring van de stofwisseling een grote rol. Een bepaald gebied kan dan onder druk komen te staan, hetgeen vooral ten nadele is voor de zwakste schakel (cel).

"Kinderen zijn minder bang voor tandartsen die aardig zijn"

Proefschrift UvA, zomer 2001

4. Wordt er dan een kritieke grens overschreden (denk aan het „plotselinge" hartinfarct na een volumineus diner), dan kan zelfs iets luttels (als vermoeidheid) op het juiste moment de kanker in gang zetten. Studie van uitsluitend de invloed van bijvoorbeeld de stofwisseling of de genen of de voeding of electrostress of doorbloedingsstoornissen op kanker, kan daarom nooit de juiste uitspraak doen. Hetzelfde geldt voor de maaatschappij. Zegt de broeikaswetenschapper, dat „zijn" onderzoeksgebied nog geen reden geeft voor paniek, zegt dat voor het geheel nog niet zoveel. Immers, catastrofes worden in gang gezet wanneer het broeikaseffect, het nucleaire afval, de kwetsbaarheid van moderne communicatiesystemen, het omslaan van de Golfstroom, de criminaliteit, het werkeloosheidsprobleem, de bestuurlijke chaos, de honger in de Derde Wereld, de overbevolking, de bodemerosie, de vervuiling, de voedselvoorziening, de waterschaarste, het misbruik van de macht en bijvoorbeeld de instabiele economie op het „juiste" moment bij elkaar komen.

5. Het feit dat de wetenschap altijd achter de feiten aanloopt, terwijl het bij het overleven er juist om gaat de gebeurtenissen voor te zijn, is een ander levensgroot probleem. De meeste onderzoeken - zoals het broeikaseffect - beslaan noodzakelijkerwijs vaker een langere periode. Teveel of uitsluitend vertrouwen op de wetenschap kan een hachelijke zaak zijn, aangezien de gebeurtenissen zelf ook niet wachten op de uitkomst van „wetenschappelijk onderzoek". De eersten zijn in alle gevallen de laatsten voor. De combinatie - het doen van deeluitspraken en altijd te laat zijn - naast het imago van „hoogste autoriteit" waar iedereen zich op verlaten kan, maakt de wetenschap een risicofactor voor de overleving van de mensheid. Zij is niet alleen de oorzaak van de eindeloze reeks controversiële uitspraken (ieder deelgebied vindt zijn eigen conclusie altijd het belangrijkst) waardoor er voortdurend verwarring wordt gesticht, zodat niemand te weten komt hoe de vork nu werkelijk aan de steel zit, maar ook dat de bevolking moe (en ongeinteresseerd) raakt van al die verschillende „uitkomsten". Tenslotte kunnen gevestigde belangen met behulp van diezelfde uitkomsten de publieke opinie in slaap sussen. „Genuanceerdheid" wordt dan tot rookgordijn. Wetenschap in dienst van economische belangen heeft echter weinig meer met wetenschap te maken. De gehanteerde parameters, onderzoeksmethoden, statistieken en uitkomsten dienen dan ook grondig gewantrouwd te worden of kunnen bij voorbaat al de prullebak in. Hoe groter het „aanzien", het „gevestigd-zijn" of de „betrouwbaarheid" van het instituut, des te groter de kans, dat het ingehuurd is door gevestigde belangen.

We leven in een schijnwereld

6. Met behoud van de voordelen van lopend wetenschappelijk onderzoek, is het dringend zaak meer overzicht en inzicht in de interacties tussen de deelsystemen te verkrijgen. De moderne systeemanalyse en de ecologie zijn daar reeds goede voorbeelden van. Voor het doen van uitspraken is echter meer nodig. Om een onderneming („in deze tijd van snelle verandering") succesvol te doen zijn, is het nodig, dat de directie niet alleen de statistieken op hun juiste waarde kan interpreteren, maar visie en leiderschap, flexibiliteit en „gevoel" voor de markt, overzicht, analyse, intuitie en moed heeft. Om een onderneming naar succes te voeren, zijn deze „holistische" eigenschappen vaak doorslaggevend. In mijn benadering heb ik getracht dit te doen. De „uitkomst" bevestigt die van vele anderen. De toekomst is onzeker en dus open (wet van de onvoorspelbaarheid van open systemen). Het kan nog verschillende kanten uit. Echter wanneer de dominante ontwikkelingen van de laatste 20 jaar zich in dezelfde richting en snelheid blijven uitbreiden, lijkt er voor het overleven weinig hoop te bestaan. De enige hoopvolle factor is echter het overlevings"instinct" van ons mensen. Nu het vuur ons aan de schenen komt, kunnen (moeten) wij wakkerworden samen met de wil onze „onderneming" naar het succes te voeren. Conclusie: we zullen alleen overleven indien wij op korte termijn grootschalige, diepgaande en fundamentele veranderingen van de maatschappij weten te bewerkstelligen. Het is de positieve kant van dit verhaal: het enorme vertrouwen in de mensheid in zijn wil tot overleven, wanneer zij hiertoe het „juiste" handvat krijgt aangereikt.

Het Socio-Carcinoom

7. De huidige stituatie in de wereld kan worden vergeleken met een kankerziek lichaam in een terminale fase. Dit niet erg vrolijke beeld vraagt om nadere toelichting. De cultuur kan worden onderscheiden in „het dominante complex" (verder „gezwel" of systeem genoemd), met in het midden een gebied met necrose of weefselversterf met daarnaast de (nog) intakte delen van het lichaam. Het kankergezwel komt overeen met het ego en is de uitkomst van een lange ontwikkeling van de westerse cultuur. Het wordt gekarakteriseerd door oncontroleerbare expansie en invasieve groei, „autonoom gedrag" dat uit zijn verband is geraakt, onbeinvloedbaar voor stuur- en regulatiemechanismen, extreem „op zichzelf gericht" en destructief ten aanzien van zijn omgeving. Ego staat o.a. voor het „hoofd", contaktverlies met de werkelijkheid, gevoelsarmoede, „mannelijk", hebben, eigenbelang en expansie. Terwijl een gezond ik in functie staat van het Wezenlijke en geintegreerd is in het lichaam, heeft de Westerse cultuur zich van zijn levende Bron losgemaakt en is een eigen leven gaan leiden. We zitten zo in ons hoofd, we worden voortdurend zo op sleeptouw genomen door onze gedachten, emoties, voorstellingen, verlangens en problemen, dat het contakt met de werkelijkheid - jezelf, je lichaam, de natuur en het Wezenlijke - verloren is gegaan. „We Zijn er nooit". En waar je geen contakt mee hebt, dat raakt je niet. Onze schijnwereld leidt niet alleen een eigen leven, maar is tegelijkertijd obscessief, zelfzuchtig en gevoelsarm. Niet voor niets vertonen wij in toenemende mate stress en burn-outsyndromen, agressiviteit, depressie, chronische ziekte en degeneratie...

Het is alsof de duivel ermee speelt

8. Omdat het ego innerlijk „leeg" is, moet het voor zijn bevrediging voortdurend zijn omgeving exploiteren. Het „lichaam" - de nog gezonde en „intakte" delen van natuur en samenleving - wordt daardoor in een versneld tempo opgebruikt, gedegradeerd en vernietigd. Daarbij kan het nog gezonde lichaam worden gekarakteriseerd als Zijn (in plaats van hebben): levensvreugde en gezondheid, liefde en het gezin, vriendschap en gemeenschap, kinderen en de toekomst, het „vrouwelijke" en het zelf (gevoelscontakt met de werkelijkheid), geborgenheid en veiligheid, ontspanning en genieting, waarden en normen, culturele wortels, gezonde arbeidsverhoudingen,  wederzijdse hulp, eigenwaarde en zelfbestuur, een vruchtbare aarde, schoonheid, natuurgebieden, de ecologische balans, de niet-westerse culturen, het Zuiden. Vooral bij de laatsten vinden wij waar het ons zozeer aan ontbreekt: openheid en optimisme temidden van grootste ellende, vrolijkheid, warmte, medemenselijkheid, gastvrijheid, identiteit temidden van afbraak, kracht tegen de onderdrukking in, de muziek, de levenslust en het grenzeloze vertrouwen. Uitgerekend hier denken wij nog een "boodschap" te kunnen brengen. Het is eerder andersom: niet voor niets willen wij er, als het even kan, uit - away from it all - om ons daar te herstellen, waar de wereld nog „intakt is" (lijkt): de andere culturen van Azië, Afrika en Amerika. De rijken, die de armen dus niet alleen materieel, maar ook cultureel exploiteren. De rijken, die in werkelijkheid de bedelaars blijken te zijn (...).

Hoe voelt het om een "economic animal" te zijn?

9. De dominante krachten in de maatschappij versterken onze verslavende destructieve neigingen dusdanig, dat wanneer de lijn zich nog verder doorzet..., de mensheid recht op de afgrond afstevent. Immers, deze mechanismen zijn aggressief en expansief van aard. Het gezwel heeft een consistente structuur, waar psychologie, individuele doelstellingen, dromen en verlangens van de gemiddelde burger samenvallen met de doelstellingen van het „systeem". Prof.dr.E.Vermeersch noemt dit het WTK-bestel: te weten wetenschap, techniek en de kapitalistische economie. „Het kan als één samenhangend geheel worden beschouwd, omdat elke vooruitgang in een van de drie deelsystemen een stimulans betekent voor de andere componenten. Dit WTK-bestel staat daarom haaks op een duurzame ontwikkeling. Een duurzame ontwikkeling betekent het doorbreken van de expansieve werking van het WTK-bestel en in feite een verandering van het maatschappelijk organisatieprincipe. Zo komt het, dat er twee gelijktijdige fenomenen waar te nemen zijn: een keiharde wereld die in toenemende mate de „zachte" delen vernietigt. Hetgeen volmaakt te vergelijken is met een invasieve kankergroei in het lichaam van de samenleving (socio-carcinoom).

==========================================================

AD 5.09.00

Karels "kleine" oorlog in de EU

Door onze correspondent Frans Boogaard

10. BRUSSEL -,,Das ist Krieg! Dat is oorlog!", beet Helmut Kohl hem toe. Bill Clinton zette achter z'n rug EU-regeringsleiders tegen hem op. En vrienden waarschuwden hem op te passen met sommige dossiers, omdat zijn tegenstanders bezig waren een politieke haatcampagne tegen hem te financieren.

In zijn gisteren verschenen boek 'Mijn jaren in Europa' geeft Karel van Miert, bejubeld ex-commissaris voor Concurrentie, een verrassend kijkje in de hemeltergend platte manier waarop nogal wat "captains of state and industry" hun politieke en zakelijke belangen plegen te behartigen. Om fusies erdoor te krijgen, verboden staatssteunoperaties te kunnen doorzetten of kartelvorming af te dekken, gaat hun geen middel te ver. Ze liegen en bedriegen, dreigen en chanteren om van stinkend rijk nog stinkender rijk te worden, veelal op kosten van de consument en/of belastingbetaler. Van Miert rekent genadeloos af met deze poenscheppers. Met naam en toenaam klaagt hij ze aan, de mediamagnaten, sportbonzen, directeuren van banken, scheepswerven, oliemaatschappijen en overheden. "Funeste Kleinstaaterei" briest hij, als de Duitse Länder dreigen de EU-uitbreiding te saboteren omdat hij weigert hun dominante banken en spaarkassen te ontzien. Maar sprekender nog zijn de feiten: ministers en zelfs regeringsleiders die hem manen de EU-regels aan de laars te lappen, collega-commissarissen die hem stiekem zwart maken of openlijk afvallen, top-managers die denken de zoon van dat Kempense keuterboertje wel even in hun zak te kunnen steken.

Oud-EU-Commissaris Van Miert ontmaskert ‘captains of state and industry"

11. Van Miert, oorlogskind en daardoor nog Europees gemotiveerd om de klassieke redenen, heeft onder buitengewoon grote druk gestaan in de jaren dat hij kartelvorming, valse concurrentie en ontoelaatbare machtsconcentraties bestreed. De vijand was overal. Zo dreigde collega-commissaris Cresson voor Van Miert werkende ambtenaren met de Franse nationaliteit met gevolgen voor hun carrière als zij niet beter de Franse belangen in het oog zouden houden. Bedrijven die decennialang op de automatische piloot hadden gekoerst, grepen in paniek naar de noodrem, toen ze plotseling werden geacht te besturen. De vorming van de Europese binnenmarkt, analyseert Van Miert, is uitgedraaid op een enorme sloopoperatie, waarin handelsbelemmeringen, staatsmonopolies en andere antimarkt-structuren gesneuveld zijn als kalkoenen in kersttijd. Telecom, energie en vervoer zijn in sneltreinvaart geprivatiseerd, de "ondoorzichtige, inefficiënte en incestueuze" banden tussen politiek, industrie en banken in een aantal lidstaten doorgesneden. Maar, schrijft hij elders, net als het voetbal heeft ook de vrije markt spelregels nodig. En net als met voetbal werd scheidsrechter Van Miert nogal eens belaagd door ontevreden spelers, die schreeuwden om een rode kaart.

12. De mooiste bladzijden in het boek zijn die waarin Van Miert beschrijft hoe hij Volkswagen (dat in een aantal lidstaten kunstmatig de prijzen hoog hield) een recordboete oplegde van € 102 miljoen, hoe hij de hoogste regionen van de Amerikaanse politiek en zakenwereld uitdaagde door de fusie tussen Boeing en McDonnell Douglas aan scherpe voorwaarden te binden. En hoe hij - in slimme een-tweetjes met oud-minister Dominique Strauss-Kahn en toenmalig CL-bestuurder Pascal Lamy - de Franse politiek naar zijn hand zette door haar te dwingen het met miljarden staatssteun uitgebouwde bankimperium van Credit Lyonnais terug te snoeien. Zeker zo ontluisterend als het Franse bankschandaal was de manier waarop de West-Duitse scheepsbouwer Bremer-Vulkan met bijna 1,3 miljard D-Mark, bestemd voor twee voormalige Oost-Duitse werven, aan de haal ging. Komisch is dan weer de broedermoord die de Duitse mediamagnaat Bertelsmann pleegde op zijn fusiepartner Kirch, door op de kamer van Van Miert letterlijk in de allerlaatste seconde diens fusievoorwaarden van de hand te wijzen, onmiddellijk nadat de totaal verbijsterde Kirch daarmee akkoord was gegaan. "Mijn jaren in Europa" geeft een weinig fraai beeld van de bedrijfs- en politieke zeden in Europa. Tegelijkertijd zou het daardoor een stimulans moeten zijn, bestuurders en ondememers niet de vrije hand te laten.

"Mijn jaren in Europa" door Karel van Miert, uitgeverij Lannoo, f 49,50

=======================================================

13. De energie van het kankergezwel is flitsend. Het is die van snelheid, effectiviteit, succes, beursnotities, dure villa’s en appartementen, postmoderne trends, nieuwstelevisie, de geldeconomie, imago van de winner, head hunters, de „jonge topgeneratie" en hoge salarissen. Tenslotte is de deelsnelheid van kankercellen vele malen hoger dan die van een gezond lichaam. „Energie" is dus bedriegelijk. Het is zeker geen neutraal begrip. Een waardevrij concept van "energie" - zonder de context aan te geven waarin die energie een functie heeft - is dus gevaarlijk. Immers de energie van het gezwel is bezig al het andere - dat zich niet kan „aanpassen" - te vernietigen. Bedrijfsfilosofieën die zich verbergen achter romantische New Age-achtige begrippen, zoals „bedrijf als een levend organisme" veranderen daar helemaal niets aan. Is de maatschappij niet eerder een "wolf in schaapskleren" met humaniteit, mensenrechten en demokratie als "buitenkant", terwijl zij in werkelijkheid geregeerd wordt door de (economische) wetten van de jungle? De onderliggende werkelijkheid liegt er niet om. Hier zijn de kenmerken van het gezwel evident: zelfverslaving en onverschilligheid, met winstbejag als (enige) motor, expansief met in het verlengde daarvan een één-dimensionale rationele vercommercialiseerde wereld.

Ons systeem is gebaseerd is op groei, overproductie,
expansie en uitbuiting

14. Een systeem naar waarde te schatten is geen gemakkelijke opgave als je er deel van uit maakt. Achteraf een maatschappij critiseren is gemakkelijk, waar het echter om gaat, is zijn ware aard te zien als je er middenin zit. Immers het is buitengewoon moeilijk om je werkelijk (en niet alleen intellectueel) zo buiten je dagelijks leven te plaatsen, dat dit voldoende verschilbewustzijn oplevert. En waar de wereld in snel tempo tot Westerse eendimensionaliteit verwordt, wordt die kans steeds kleiner. Een goed idee is daarom, om de waarde van een cultuur af te meten aan haar „randverschijnselen". Wij zijn met open ogen blind voor de misdaden en catastrofes die zich aan de „rand" van onze samenleving afspelen. Terwijl wij de Duitsers hun "ich habe es nicht gewusst" verwijten, zien en weten wij alles. Wij beschikken wij over alle informatie, maar het raakt ons niet. Het „wij hebben het niet gevoeld" is een symptoom van ultieme afstomping. De werkelijkheid is „ver van ons bed". Onze TV soapopera’s blijken realistischer dan de werkelijke drama’s: Yamomami (bijna uitgeroeide Indianen), Irak, Nuba’s (volkerenmoord), Kosovo, Tjertjenië, Oost-Timor, het regenwoud, de honger, de gifschandalen in de Derde Wereld, het broeikaseffect, teveel om op te noemen. Het is ons „normale" gedrag!, dat niet alleen hen, maar uiteindelijk ook onszelf verder naar de afgrond voert. Dat schijnt echter (nog) niet werkelijk tot ons door te dringen. Totdat de afbraak je direct - lijfelijk - treft.

De ware aard van een cultuur wordt afgelezen uit haar "randverschijnselen"

15. Het beeld van het kankergezwel geeft de situatie waarin de wereld zich bevindt precies weer. Vooruitgang, persoonlijk gewin, technologie en consumisme zijn de uit de hand gelopen groeifactoren, waardoor het gezwel zich naar alle kanten chaotisch uitbreidt. Binnen het gezwel lijkt het dik in orde, wij (westerse mensen) zijn tenslotte allemaal dezelfde type cel. Ogenschijnlijk, als wij alleen maar naar elkaar kijken, zijn wij allemaal okay. Onze ideeën, gewoonten, gedragingen en doelstellingen worden overal op dezelfde wijze weerspiegeld en bevestigd. Wat is er nu mis met een keurige straat en evenzovele keurige mensen? Het punt is, dat kankercellen alleen dan iets over hun ware aard te weten kunnen komen, als zij „over de rand kijken", naar het effect van hun „leefstijl" op het geheel, het (nog) gezonde deel van het lichaam. Als je naar de wereld kijkt is dit gezonde deel reeds tot „randgebied" geworden, zover is onze wildgroei reeds voortgeschreden. We moeten dus moeite doen om het te zien. Er is een psychologische barrière: wij hebben het contakt met het gezonde dermate verloren, dat dit niet meer tot ons bewustzijn doordringt. We leven als gezwel zo immers lekker, informatie „van buitenaf" wekt hoogstens nog een (voorbijgaand) ongemakkelijk gevoel op, iets dat we liefst zo snel mogelijk weer willen vergeten. Er zit dan ook een verschrikkelijke waarheid achter: zij worden vernietigd omdat wij groeien; zij zijn arm en lijden honger omdat wij rijk zijn.

 socio-carcinoma.gif (12054 bytes)

 21. Afb. De situatie: Het socio-carcinoom

De spanning tussen meer, meer en meer aan de ene kant en minder,
minder, minder aan de andere moet een keer exploderen

16. Een „leeg" ik dat expandeert, ontbeert een innerlijk frame, een steunweefsel. Net zoals bij een echt groot kankergezwel treedt er in het midden weefselversterf (necrose) op. Terwijl aan de periferie de furie van de expansie nog gewoon doorgaat, begint het centrum te rotten. Het is de degeneratie van de „oude" maatschappij, zoals wij die overal en op alle mogelijke wijzen kunnen waarnemen. De exploitatie richt zich namelijk ook naar binnen. De kloof tussen de machtscentra en de massa machtelozen, tussen de rijken en de armen (daklozen!), de bevoorrechten en de gedepriveerden (kinderen!) neemt ook in het Westen snel toe. De ontbindingsverschijnselen zijn reeds overal zichtbaar. Ook innerlijk haken steeds meer mensen af. Zij weigeren nog langer met de „rat race" mee te doen. Ditmaal bewust en vrijwillig. Hier is het Westen, door zijn voorsprong in ontwikkeling - wij hebben reeds onze tweede auto - voor op de andere culturen. Terwijl zij daar nog dromen van het materialistisch paradijs, zijn wij degenen die beter weten en het voortouw (moeten) nemen. Het laten sterven van het oude kan echter een pijnlijk proces zijn, de uitkomst is echter het opnieuw geboren worden. Het verval is compost voor een nieuw leven, voor nieuwe initiatieven. Wij zijn de lotussen die opgroeien in de modder. Voor al deze bewuste mensen tesamen, is dit de vruchtbare context - het lichtende midden - waarin en waarvanuit het „Koninkrijk van Hemel en aarde" op kan bloeien. Het heeft daarbij een natuurlijke verbondenheid en solidariteit met de nog gezonde delen van het „lichaam", speciaal met met alle bedreigde mensen, dieren en planten. Het doel is een balans tussen Westerse verworvenheden en het overleven van de gehele aarde te vinden.

WTKSM-complex: wetenschap, technologie, kapitalisme, staat en media

17. Feit is, dat het WTKM-complex de schade die zij aanricht - spiritueel, psychologisch, sociaal, cultureel, ecologisch - slechts zolang kan verhullen, naarmate zij in staat is, de desintegratie door afleiding (ICT!), consumptie, werkgelegenheid en sociale verzekeringen over te compenseren. Zo wordt de pijn van de eenzaamheid, zinloosheid, depressie en (onderdrukte) woede "verzacht". Dit werkt echter alleen, zolang de economie het welvaartspeil overeind weet te houden. Vandaar dat kosten noch moeite worden gespaard om de burgers tevreden te houden. De onderliggende rauwe waarheid zal echter onmiddellijk aan de oppervlakte komen, wanneer het economische systeem in elkaar zakt. De opgekropte frustratie zal zich massaal tegen het systeem richten, dat voor de nieuwe ellende verantwoordelijk wordt gesteld met alle gevolgen van dien. Iets wat bij de voorlopers - bijvoorbeeld bij de anti-globalisatiebeweging - te constateren is. Gelukkig zijn daarom hen, die de pijn van de vervreemding nu reeds onder ogen durven te zien. In zo'n geval leidt de frustratie tot een vruchtbaar proces van (innerlijke) ommekeer. Hoe meer mensen "vrijwillig weten te sterven", hoe minder er later (door de omstandigheden) toe gedwongen zullen worden. Deze "wedergeborenen" zijn de voorlopers van een nieuwe cultuur.

De dans rond het gouden kalf: totdat je erbij neervalt

18. Uit de praktijk is gebleken dat het systeem onmiddellijk alle uitingen van emancipatie voor zijn eigen doelstellingen exploiteert, waardoor alle protest prompt wordt geneutraliseerd. Het is de reden, waarom oppervlakkig verzet, hoe nuttig ook als aandachtstrekker, niet voldoende is. Eerst dient onze situatie "zu Ende gedacht" te worden, hetgeen voert naar de wortels van het huidige consumisme, de verslaving en de vervreemding. De globale crisis is in eerste instantie spiritueel: "hebben als onvermogen tot Zijn" en "de mens levend in een gemanipuleerde schijnwerkelijkheid". Vervolgens dient de "gehele cultuur" vanaf de grond herdacht te worden, dusdanig dat er een echte visie uit naar voren komt. Alleen wanneer die visie aansluit bij de werkelijke nood - en dus niet alleen maar academisch is - kan zij een nieuwe geestdrift losmaken. Vervolgens worden vanuit het nieuwe fundament de verschillende geledingen van de samenleving opnieuw geformuleerd: spiritualiteit, gezondheidszorg, opvoeding, wetenschap, bestuur, economie...Alleen wanneer deze geledingen een "organisch verband" vertonen, zal de nieuwe beweging de zo noodzakelijke slagkracht kunnen ontwikkelen. Immers, een totalitair systeem wordt alleen op de proef gesteld, wanneer er een totaalvisie tegenovergesteld wordt. Niets meer of minder is dit de bedoeling van dit werk. Ofschoon het legio gebreken en tekortkomingen vertoont, wil het de mensen opwekken hun protest te laten invloeien in concrete actie voor de opbouw van een nieuwe samenleving: "to reclaim your soul, your body, your family, your street, your neighborhood, your community, your region...the earth and all institutions that are part of it".

Uit de praktijk

19. De gemeenschappelijke psychologische noemer van kankerpatienten is de onderdrukking van woede en agressie. Het loopt parallel met de afwezigheid van koorts. Als je kankerpatienten vraagt wanneer zij voor het laatst koorts (vuur) hadden, loopt het antwoord meestal van „dat is zo lang geleden, dat weet ik echt niet meer" tot opgaven van 20, 30 en meer jaren terug. Koorts is een functie van het immuunsysteem, van de afweer. Wanneer het immuunsysteem langdurig onderdrukt is - de gezamenlijke factoren van slechte voeding, deficiënties, zelfvergiftiging vanuit de eigen darm, stress, antibiotica, koortswerende middelen, corticosteroiden, milieuvergiftiging, amalgaam en electro-smog - is het op een gegeven moment te zwak om kankercellen onschadelijk te maken. Het schort dan echter vaak tegelijkertijd aan psychologische afweer. Opvallend is, dat kankerpatienten over het algemeen zo zachtaardig en vriendelijk zijn. Bang voor conflict zijn zij vaak bezorgd en denken altijd eerst aan een ander. Als kind hadden zij angst bij het naar buiten brengen van hun woede. In plaats daarvan hielden zij „zich in", waardoor de agressie zich naar binnen richtte. Zonder dat zij zich ervan bewust waren „vrat het aan hen". De adrenalineproductie kwam op een laag pitje te staan - te lage bloedwaarden - hetgeen zoals bekend een van de belangrijkste pathogenetische factoren is bij kanker. De therapie omvat dan ook bijna altijd het bewustworden, uiten, toelaten, integreren en liefdevol omarmen van de verdrongen woede.

Ik kwaad, hoezo?

Oerwoede

20. Niet alleen (potentiële) kankerpatienten, maar vele anderen leven tegenwoordig met onderdrukte agressie. Agressief-zijn is een maatschappelijk taboe, zeker nu het een steeds groter sociaal probleem aan het worden is. De vicieuze cirkel van collectieve zelfverslaving, verdoving, onmacht en wanhoop over de afbraak van wat ons dierbaar is, heeft ons murw gemaakt. Bij gebrek aan alternatief laten we alles over ons heengaan. Wij zijn zo verstrikt in de steeds gecompliceerder wordende maatschappij, dat we het zicht op „hoe het allemaal zo gekomen is" verloren hebben. De relatie tussen je eigen „persoonlijke" ongeluk, misère en leed en factoren vanuit de "omgeving" is volkomen vertroebeld geraakt. Alleen mensen die duidelijk de verschoppelingen zijn, hebben oog voor hun persoonlijke lot als gevolg van een onrechtvaardige maatschappij. Toch lijden anderen er ook onder, vaak zonder dat zij het beseffen. Het uit zich in toenemende onverschilligheid, „je afsluiten", zelfzucht, afleiding, werkobscessie, zelfbeklag, verstrooiing, er helemaal uit willen en...onbegrepen agressie. Wanneer men werkelijk moeite zou doen, om eens naar die schietende scholieren te luisteren...Vrijwel zonder uitzondering voelen zij zich verwaarloosd, omdat de ouders plus de rest van de maatschappij alleen maar aan zichzelf denken. Zo hebben zij de materialistische hebmaatschapij leren haten.  Maar niet alleen zij. Ook bij "gewone mensen" heeft het persoonlijke gevoel alles met „de maatschappij" te maken. Stress, conflicten, problemen, scheidingen, haat en nijd, jaloezie, minderwaardigheidsgevoel, eenzaamheid etc. zijn verweven met de geldmaatschappij, waar het menselijke steeds meer naar de achtergrond wordt gedrongen. Individuele therapie, zonder de „omstandigheden" erbij te betrekken, is daarom een even grote illusie als het omgekeerde: het uitsluitend wijten van je persoonlijke ongeluk aan „de maatschappij". Het gaat erom de relatie tussen die twee duidelijk te krijgen. Dan krijgt „oerwoedetherapie" een extra dimensie. De verdrongen agressie wordt niet alleen bewust- en vrijgemaakt, maar vervolgens gericht op de sociale oorzaken: de fundamenteel onrechtvaardige uitgangspunten (met al zijn gevolgen) van deze maatschappij. Terwijl „zinloos geweld" moet worden bestreden, werkt daarentegen „creatieve agressie" - „de heilige toorn" - tegen de oorzaken van onderdrukking en het onrecht,  bevrijdend.

De Afkickkuur
Erkennen dat je verslaafd bent

22. Het is al gezegd: je hebt (nog) de keuze tussen vrijwillig van je zelfverslaving af te kicken of (binnenkort) gedwongen ten onder te gaan. Niemand ervaart dit intenser dan een drugsverslaafde. De lichamelijke en psychische afbraak wordt immers dagelijks aan den lijve gevoeld. De gewone burger voelt dat (nog) niet zo sterk, maar dat is bedriegelijk. Zelfverslaving - het overheerst worden door de eigen (ego-centrische) voorstellingen, verlangens en strevingen - is erger. Immers niet een onvermogen om met deze wereld klaar te komen is de oorzaak (zoals bij een „echte" verslaafde), maar het ervan profiteren, eraan verdienen, het („met open ogen") meegaan met zijn destructieve „vooruitgang". Drugverslaving kun je tenminste nog zien als het verlangen naar een betere wereld, en een afwijzing van de bestaande. Het is in zekere zin een poging tot afkicken van de collectieve zelfverslaving (...). De zelfverslavingssymptomen van de „normale" burger daarentegen zijn die van een terminale ziekte: onwetendheid, onverschilligheid, zelfbetrokkenheid, egoïsme, stress en degeneratie. Miljoenen mensen zijn met dit virus geinfecteerd, ons collectieve overleven staat daardoor op het spel.

23. Vele jaren geleden raakte ik bekend met het werk van de boeddhistische abt Pra Jamroon Panjan van het klooster Tamkrabok bij Bangkok in Thailand. Sinds vele jaren verzorgen hij en zijn monniken met succes een afkickprogramma voor heroine-verslaafden. Terwijl methadonverstrekking in Thailand nog geen 1% succes scoort, ligt zijn duurzaam genezingspercentage rond de 60%. Toen ik hem voor de eerste keer aan het werk zag, gingen mijn ogen (en hart) open. Ook ik deed al jaren „ontgiftingskuren". Echter zijn werk is oneindig veel meer mededogend en ook professioneler. Reden om hem voor zijn inspiratie en voorbeeld dankbaar te zijn.

24. Wat is nu het geheim van zijn benadering? In de eerste plaats beslaat zijn behandeling 10 dagen. De verslaafden kunnen er slechts een keer aan deelnemen. Het is dus hun enige en laatste kans. In het intakegesprek wordt de motivatie van de candidaat getest. Blijkt deze onvoldoende, dan wordt hij/zij afgewezen. Je moet tekenen voor de eigen verantwoordelijkheid. Dit kan verregaande consequenties hebben, gezien de (sporadische!) overlijdensgevallen tijdens de kuur. Vervolgens doen alle deelnemers een gelofte aan de Boeddha zich het gehele verdere leven van alle verdere druggebruik te onthouden. Tenslotte worden de oude kleren verwisseld voor nieuwe.

25. De therapie onderscheidt zich door liefdevolle strengheid. De cliënten krijgen een strak dagschema, waarin zij echter voortdurend worden ondersteund en aangemoedigd. Dit is ook nodig, want de eerste vijf dagen van de „kuur" zijn een hel. Alle deelnemers krijgen dagelijks een bittere drank, waardoor zij (heftig en herhaaldelijk) moeten braken. Vervolgens krijgen zij krijgen een speciaal dieet, laxeermiddelen en gaan zij in de sauna. Hiermee wordt de fysieke verslaving in korte tijd doorbroken. De ontwenningsverschijnselen zijn verschrikkelijk. Na een paar dagen zijn de meeste dan ook de uitputting nabij. Het komt voor dat sommigen bewusteloos raken. De idee erachter is echter, dat een keer in deze hel geweest te zijn voldoende is om nooit meer aan de drugs te gaan.

26. Na vijf dagen is er het omslagpunt: het lichaam is vrij van drugs. Vanuit de fase van „sterven", komen nu de dagen van het „opnieuw geboren worden". De psychologische verslaving blijkt echter nog wel degelijk aanwezig. Veel ondersteunende gesprekken moeten er gevoerd worden. Maar dat is niet genoeg. Een begin van sociale rehabilitatie moet gemaakt worden, om de mensen een terugkeer in de maatschappij mogelijk te maken. Dus worden er ambachten en vaardigheden geleerd. Een ex-verslaafde wordt uitgenodigd om - tevens voor de speciaal uitgenodigde groepen scholieren uit de omgeving - de ellende van het druggebruik uit te beelden. Van het zeer overtuigend rolgedrag gaat een preventieve werking uit. Vervolgens wordt familie van de verslaafden uitgenodigd om naar het klooster te komen om met zoon of echtgenoot(e) te praten. De ex-verslaafde moet hen dan zien te overtuigen van het feit dat zijn/haar verslaving werkelijk doorbroken is. De voorlaatste dag wordt gevierd: er komt een popbandje dansmuziek spelen. De dag naar naar huis hoort ook nog bij het programma. Er gaat een monnik mee om de thuiskomst te begeleiden.

27. Commentaar: Het onvermogen in het HierNu te zijn - het kenmerk van de Westerse samenleving - creëert een permanente exodus naar het „beloofde land" van de toekomst, het geloof dat morgen alles beter is. Er is een permanent ontwortelingsproces aan de gang met de technologie en het consumisme als machtige motoren. Net als bij een „gewone" verslaving zijn de gevolgen vernietigend. Terwille van je obscessie wordt de „rest" van het leven verwaarloosd zodat het steeds verder desintegreert. Overal waar de begeerte hoogtij viert - ook bij de zgn spirituele groei - is dit proces waar te nemen. Daarom is de huidige wereldcrisis niet alleen een strijd tussen de „oude" en de „nieuwe" maatschappij (en zeker niet tussen "goed en kwaad"), maar vooral tussen bewustwording, onwetendheid en (zelf)verslaving. Bewustwording brengt je terug in de werkelijkheid, terwijl zelfverslaving je in de ban houdt van zijn toekomstdromen (de „moderne" technologische maatschappij) en in feite steeds verdere desintegratie en chaos teweegbrengt. Het werk van Pra Jamroon en het klooster Tamkrabok is daarom van verstrekkende betekenis. Het kan een voorbeeldfunctie hebben bij ons probleem van zelfverslaving. Niet alleen het principe: „sterven en opnieuw geboren worden" is uiterst inspirerend en bruikbaar, ook verschillende andere elementen van zijn afkickkuur zouden door ons kunnen worden overgenomen.

"Normaal" trekken gedachten je reeds uit je Midden. Door de reclame, de media en de ICT wordt dit nog eens honderdvoudig versterkt. Nog
nooit was de mensheid zó vervreemd van zich Zelf,
het Wezenlijke, God...

De ommekeer

28. De ONTREDDERING heeft ons van een ding bewustgemaakt: het fiasco van de vooruitgang. In feite is er geen lineaire voortgang van de geschiedenis. De geschiedenis van het Westen dient - sinds de INBEELDING - als ego-expansie, opgeblazenheid te worden opgevat. Deze is nu als een ballon geknapt. Deze ballon had geen eigen innerlijk steunweefsel, geen innerlijk framewerk om de „ontwikkeling" eindeloos te kunnen doen voortgaan. Dus collabeert hij vroeger of later, hetgeen dus zeer recentelijk is gebeurd. In plaats van eindeloos verder uit te dijen, bevinden wij ons nu in het omslagpunt, is nu een begin gemaakt met de fase van ego-inkrimping. Om in herinnering te brengen, was de ego-expansie het gevolg van de spirituele amputatie van de gehele cultuur. Het „ik" zag zijn weg terug naar de Bron afgesneden, waardoor overgave, innerlijke balans en regeneratie onmogelijk werden. Om zich in de wereld te kunnen blijven handhaven, moest het ego wel expanderen. Er vond een scheefgroei plaats. Het is als bij een kankergezwel. Als bepaalde cellen (ego) zich uit hun verband (het organisme) losmaken, vindt er een ongecontroleerde wildgroei plaats, een die uiteindelijk het hele lichaam ondermijnt. Zo heeft het ego de gehele aarde meegesleept in zijn val. Hoe pijnlijker wij ons dieptepunt beseffen (en voelen) hoe sterker ons verlangen naar heelwording, groter de kans dat we uit het dal komen. Dat is dan tevens de zin van de westerse geschiedenis: de ego-ontwikkeling als hefboom naar het ware Zelf.

29. Doorslaggevend voor de verdere voortgang van de cultuur is nu, dat de „fase van inkrimping" op de „juiste" wijze wordt geinterpreteerd. Blijven wij onwetend over de ware aard, dan zullen wij slechts treuren over het „verlies van de verworvenheden". Het blijft dan bij het bijeen rapen van de brokstukken, een hoogst pijnlijk, frustrerend en zeker ook gewelddadig proces. Ook als wij ons blijven identificeren met het ego, zullen wij samen met hem verder „inkrimpen", degenereren. Het betekent de zinloze ondergang van de cultuur. Het meest pijnlijke daarbij is niet dat wij ten ondergaan, maar dat wij uit onze situatie niets (over onszelf) geleerd hebben. Ook als de aarde niet meer te redden zou zijn, is bewustwording toch wel het minste wat wij van onszelf mogen verwachten. „Inkrimping" kan dan ook worden opgevat als een „uitnodiging" naar de „weg terug". Inkrimping is immers een proces dat gaat van de periferie naar centraal, van de buitenste schil naar het midden. En het „midden" is onze Oorsprong. Mits goed (spiritueel) verstaan, brengt het historische proces ons daar, waar wij van eeuwigheid thuishoren: in „Hemel" en aarde. Wij hoeven slechts - bewust en steeds maar weer lerend - met dit proces mee te gaan. Het is voor het eerst in de geschiedenis, dat het uiterlijke en het innerlijke proces op deze manier samenvallen. Wij hebben tegenwoordig de wind mee. Ook is het voor het eerst, dat ons ontwaken tegelijkertijd de eenheid met „Hemel" en aarde omvat. In het verleden waren zij immers „slechts" opeenvolgende fasen (GEBOORTE, VERLICHTING). Komend vanuit de totale ontworteling ligt nu de grote Synthese op ons te wachten.

30. „Hemel en aarde", onze ware erfenis, is al die tijd echter nooit weggeweest. In alle eeuwigheid waren zij ononderbroken als uitnodiging, verwerkelijking en mogelijkheid tot „terugkeer" aanwezig. Door onze eigen onvolgroeidheid waren wij er alleen van afgesneden, niemand is echter ooit in staat geweest deze werkelijk van ons af te nemen. Door een nieuwe innerlijke orientatie kunnen we, als wij dat willen, ons hele verleden dus als een boze droom van ons afschudden. De VERDUISTERING, zeker nu de onderdrukking van buitenaf is weggevallen, was slechts een schim, non-existent ten opzichte van het Licht dat daar „achter"ligt. Door open te staan voor het Licht en het Zelfbewustzijn dat daaruit voortkomt, kunnen wij ons bevrijden van onze pijn, verdriet en haat en de projecties die daarvan het gevolg waren. Wij accepteren de geschiedenis dus zoals zij heeft plaatsgevonden. Op onszelf teruggeworpen beseffen wij onze vervreemding. Als leerproces heeft zij ons veel gebracht. Wij hebben veel doorgemaakt; wij zijn op onze manier volwassen geworden. Ons zelfinzicht is klaarhelder. De verworvenheden: onze welstand, de technologische prestaties, de rechtstaat, een redelijk ontwikkeld humanisme of de moderne communicatiemiddelen, mogen daarbij uiteraard positief gewaardeerd worden. De Westerse wereld is niet voor niets „het paradijs" voor de rest van de wereld geworden. Iets waar wij ook best wel „trots" op mogen zijn. Het is nu echter zaak deze verworvenheden in de context van het Leven in te passen, opdat zij ons niet vernietigen. De pijn van de afgescheidenheid en het verlangen naar herstel met onze wortels is existentieel. Wij weten daarom wat ons nu te doen staat.

terug.gif (769 bytes)

© 1999 Copyright by Han M. Stiekema
Last Update: 02/07/05